Echte tonderzwam (Fomes fomentarius)
De
echte tonderzwam is de Methusalem onder de paddenstoelen. De
vruchtlichamen van deze soort zijn meerjarig; ze kunnen wel 30
jaar oud en 60 cm groot worden. Zo'n hoogbejaarde reus in het
schimmelrijk verdient natuurlijk een ereplaats op onze website! De paddenstoel groeit als parasiet op zwakke, levende bomen
en
als saprotroof op dood hout. In Zuid Europa schijnt de soort vooral te
groeien op beuken en in Noord Europa vooral op berken, maar hij kan ook
andere loofbomen (bv. populieren) en in zeldzame gevallen ook
naaldbomen aantasten. De schimmel dringt zijn gastheerboom
binnen via stam- of takwonden; om een infectie te veroorzaken moet de
gastheer al verzwakt zijn (10). Het mycelium veroorzaakt in het
kernhout
witrot (2), wat de boom uiteindelijk fataal wordt. De stam breekt dan
bij
een storm doormidden, dikwijls op enkele meters boven de grond. De
paddenstoel groeit vooral aan de onderzijde en neemt daarbij in omvang
toe; daardoor ontstaan
er uiteindelijk relatief hoge, hoefvormige vruchtlichamen. Echte
tonderzwammen zijn aan de bovenkant licht- tot donkergrijs van kleur;
bij veroudering worden ze bijna zwart. Een vruchtlichaam van minder dan
een jaar oud, dat nog niet overwinterd heeft, ziet er evenals de
groeizône van oudere exemplaren geel- tot roestbruin uit. Het
hoedoppervlak is voorzien van concentrische ribbels en bedekt met een
harde korst. De poriënlaag aan de onderzijde heeft een enigszins holle vorm
en is grijs- tot okerbruin van kleur. De poriën zijn rond en hebben een
dikke wand. Bij druk of beschadiging nemen ze een donkerbruine
kleur aan. Echte tonderzwammen groeien meestal op (heel)
oude bomen; in een jonge aanplant treden ze niet op (12).
Volgens
een Deens onderzoek zijn beuken met tonderzwammen meestal meer dan 135
jaar oud (10). Tonderzwammen schijnen zich behalve via normale sporen
ook te kunnen verspreiden door de vorming van conidiën
(ongeslachtelijke sporen) (9). De paddenstoel vormt sporen in enorme
hoeveelheden, volgens een Duits onderzoek soms meer dan 800 miljoen per
uur (5)!, en zijn sporen kunnen tot 14 maanden kiemkrachtig
blijven (9).
Naam
Zowel de genusnaam Fomes
als de soortnaam fomentarius
hebben betrekking op het gebruik van de paddenstoel als tonder om vuur
aan te maken.
Eetbaarheid/nut Stukjes
van het vezelige "hoedvlees" van echte tonderzwammen werden
vroeger (in combinatie met vuursteen) gebruikt in een tondeldoos om vuur te ontsteken. Het gedroogde weefsel van de
paddenstoel
ontbrandt gemakkelijk en kan lang blijven smeulen (8,12). In
sommige landen werden tonderzwammen ook tot petten en vesten verwerkt
(12). Tot in de 19e eeuw werd het vlees van de tonderzwam bovendien
als bloedstelpend middel gebruikt (1,12) en als koortsremmer om
hevig
transpireren van tuberculose-patiënten te onderdrukken (3).
Vruchtlichamen van de echte tonderzwam worden bezocht door meer dan 50
soorten kevers (6,7,11). Sommige kevers voeden zich met het
sporenvormende weefsel van de paddenstoel, andere worden door
de geur van tonderzwammen aangetrokken omdat ze zich met dood hout
voeden en zich in zulk hout voortplanten (6). Aangezien kevers
kunnen vliegen en sporen aan hun poten meenemen dragen ze ook
bij aan de verspreiding van de zwam (6). De samenstelling van de
geurstoffen van de zwam waardoor insekten worden
aangetrokken is onderzocht (4). Het verzamelen van tonderzwammen in de
vrije natuur is in Nederland strafbaar, omdat allerlei zeldzame
insektensoorten voor hun voortbestaan op de paddenstoel zijn aangewezen
(3).
Waar gevonden In
Zuidhorn komt de echte tonderzwam voor zover wij weten niet voor, maar
tijdens onze vakanties hebben we de paddenstoel dikwijls gezien. Onder
andere in een park in Brugge, in het nationaal park
De Maasduinen in Noord Limburg en in de Eifel in Duitsland. Vooral op beuk en berk, maar (als we het ons
goed herinneren) ook wel eens op een monumentale paardenkastanje. Binnen
de noordelijke provincies zagen we echte tonderzwammen in het
Bankenbosch (Fochteloërveen, Dr.), het landgoed Mensinge (Roden, Dr.),
de boswachterij Anloo (Dr.), en het Zuidwalbos in het Lauwersmeergebied
(Gr.).
Literatuur 1. Baker T (1989) Fungal styptics. Mycologist 3:19-20.
2. Campbell WG(1932)The chemistry of the white rots of wood
CCXV. III. The effect on wood
substance of Ganoderma
applanatum (Pers.) Pat., Fomes fomentarius
(Linn.) Fr., Polyporus
adustus (Willd.) Fr., Pleurotus
ostreatus (Jacq.) Fr., Armillaria mellea
(Vahl.) Fr., Trametes
pini (Grot.) Fr., and Polystictus
abietinus (Dicks.) Fr. Biochem J
26:1829-1838.
3. Echte tonderzwam. Document op nl.wikipedia.org.
4. Fäldt J, Jonsell M,
Nordlander G, Borg-Karlson AK (1999) Volatiles of bracket fungi Fomitopsis pinicola
and Fomes fomentarius
and their functions as insect attractants. J Chem Ecol 25:567-590.
5. Fomes fomentarius. Document op en.wikipedia.org.
6. Hågvar S (1999)
Saproxylic beetles visiting living sporocarps of Fomitopsis pinicola
and Fomes fomentarius.
Norw JEntomol 46:25-32.
7. Jonsell M,
Nordlander G (1995) Field attraction of Coleoptera to
odours of wood-decaying polypores Fomitopsis
pinicola and Fomes
fomentarius. Ann Zool Fennici 32:391-402.
8. Kirtley P (2011) The easy
way to use Fomes
fomentarius as tinder. Document op paulkirtley.org.uk.
9. Mukhin VA, Votintseva AA
(2002) Basidiospore germination and conidial stages in the life cycles
of Fomes fomentarius
and Fomitopsis pinicola
(Fungi, Polyporales). Pol Bot J 47:265-272.
10. Skov S, Thomsen IM
(2003) The role of Fomes
fomentarius in beech forests in Denmark. Proc
Nordic/Baltic Forest Pathology Meeting (Denmark, 2002):73-76. 11. Thunes KH,
Willassen E (1997) Species composition of beetles (Coleoptera) in the
bracket fungi Piptoporus
betulinus and Fomes
fomentarius (Aphyllophorales: Polyporaceae): an
explorative approach with canonical correspondence analysis. J Nat Hist
31:471-486.
12. Zunderschwamm. Document op de.wikipedia.org.
Terug naar de soortenlijst (buiten Zuidhorn)