Gegordelde gordijnzwam (Cortinarius trivialis)
In
tegenstelling tot de meeste andere soorten uit het geslacht Cortinarius is
de
gegordelde gordijnzwam goed herkenbaar aan de trapvormige "gordels" of
"riempjes" of "schubben" op zijn steel (3,5). De paddenstoel
groeit bij (ratel)populieren, abelen, berken en wilgen (ook de
kruipwilg, Salix repens). Het mycelium is een ectomycorrhiza-partner van deze boomsoorten (2,7,9,10). Hoed en steel
van
de paddenstoel zijn opvallend slijmerig en blijven zelfs bij droog weer
kleverig (4,5).
De bovenzijde van de hoed is geelbruin, roodbruin, olijf- of okergeel,
meestal met een wat donkerder centrum. De plaatjes zijn uitgebocht aan
de steel gehecht, en aanvankelijk beige maar later roest- of kaneelbruin
van kleur (6). Cortinarius trivialis komt vooral voor op zandige bodems (7) maar zijn voorkeur voor dit bodemtype is niet heel sterk (2).
Naam
De genusnaam Cortinarius is een
verwijzing naar het gordijn (Lat. cortina)
dat de plaatjes bedekt wanneer de paddenstoel nog niet volgroeid is. De soortnaam trivialis
betekent "gewoon" (1). In Nederland is de gegordelde gordijnzwam echter helemaal niet gewoon, maar juist vrij
zeldzaam. In het midden van Europa is de soort wel redelijk gewoon. Daar
schijnt hij ook te groeien bij beuken en eiken (5,6,8). Duitsers duiden
de
paddenstoel aan als "Natternstielige Schleimfuß" (5,6). De gegordelde steel van de paddenstoel deed hen blijkbaar aan een ringslang denken.
Eetbaarheid/nut
Gegordelde gordijnzwammen zijn niet eetbaar en mogelijk zelfs giftig.
Waar gevonden
Gegordelde gordijnzwammen verschijnen in het najaar dikwijls in rozenperkjes bij de
parkeerplaatsen van het (voormalig) zwembad De Waterborgh. Die perkjes
worden beschaduwd door abelen.
Langs een wandelpad door het parkje bij de driesprong van
de Van Houtenstraat, Boslaan en Westergast hebben we de paddenstoel ook
wel eens aangetroffen (o.a.In 2014). Daar stonden de paddenstoelen
eveneens bij
een grote abeel.
Literatuur
1. Cortinarius trivialis
J.E. Lange - Girdled Webcap. Document op first-nature.com.
2. Dam N, Kuyper TW (1997) Het geslacht Cortinarius in Nederland - II. Subgenus Myxacium. Coolia 40:157-167.
3. Kibby G, Burnham A, Henrici A (2009) Cortinarius subgenus Myxacium.
Field Mycology 10:41-56.
4. Kuo M (2005) Cortinarius
trivialis. Document op mushroomexpert.com.
5. Natternstieliger Schleimfuß - Cortinarius trivialis. Document op tintling.com.
6. Papi J, Studt O u.Ä. Natternstieliger Schleimfuß. Document op de.wikipedia.org.
7. Roberts P (2004) Where to look for interesting fungi: Willows and sallows. Field Mycology 5:60-63.
8.
Schirkonyer U, Bauer C, Rother GM (2013) Ectomycorrhizal diversity at
five different tree species in forests of the Taunus mountains in
Central Germany. Open J Ecol 3:66-81.
9. Van der Heijden EW, Kuyper TW (2003) Ecological strategies of
ectomycorrhizal fungi of Salix
repens:
root manipulation versus root replacement. Oikos 103:668-680.
10. Watling R (2005) Fungal associates of Salix repens in
northern oceanic Britain and their conservation significance. Mycol Res
109:1418-1424.
Terug naar de soortenlijst