Gewone boomwrat (Lycogala epidendrum)
De gewone
boomwrat is feitelijk geen paddenstoel, maar
een slijmschimmel (Myxomyceet). De
levenscyclus van slijmschimmels omvat een ééncellig en een meercellig
stadium. Tijdens
het eerste stadium bestaan slijmschimmels uit talrijke, amoebe-achtige
cellen (myxamoeben) die in het
substraat
rondkruipen en zich voeden met bacteriën en schimmel-, varen- of
mossporen. In
het volgende stadium kunnen talrijke myxamoeben
fuseren tot één "reuzencel" met vele kernen, een zogenaamd plasmodium. Dit plasmodium
kan zich door stroming van het protoplasma met een voor
een micro-organisme grote snelheid verplaatsen (wel 1 mm per seconde of
meer).
Wanneer de voedselvoorraad opraakt, verplaatst het zich naar de
oppervlakte van
het substraat en verandert in een vruchtlichaam (aethalium)
waarin sporen worden gevormd. Die sporen kunnen zich na
verspreiding ontwikkelen tot myxamoeben,
waarmee de cyclus is gesloten (2,4). In het geval van de boomwrat zien
de
vruchtlichamen er uit als roze tot rozebruine wratachtige knobbels, die
op het
oppervlak van dood loof- of naaldhout verschijnen. Meestal betreft het
dan hout
dat al vrij ver is vergaan (12). Deze knobbels kunnen een
doorsnee van 3
tot 15 mm hebben, en bezitten meestal een "korrelig" oppervlak. In
onrijpe toestand zijn ze gevuld met een roze, pasta-achtige vloeistof
(vandaar
de Nederlandse naam "bloedweizwam" of "bloedweiwrat"). Wanneer ze rijp geworden zijn
bevatten ze grijs
sporenpoeder (11).
Naam
De
genusnaam Lycogala
betekent "wolfsmelk". Dit heeft vermoedelijk betrekking op het roze
sap dat bij beschadiging uit jonge vruchtlichamen druipt. De soortnaam epidendrum betekent "op boom". In
Nederlandse publikaties wordt Lycogala
epidendrum ook wel aangeduid als de "blote billetjeszwam". De gewone
boomwrat kan met andere slijmschimmels worden
verward. Over mogelijke verwarring en het onderscheid met gelijkende soorten is in het blad Coolia een artikel
verschenen (13).
Eetbaarheid/nut
Vruchtlichamen
van de gewone boomwrat zijn voor mensen niet
eetbaar. Ze worden wel gegeten door
bepaalde soorten
kevers (6,9) en door naaktslakken (8). De sporen van de boomwrat (en andere Myxomyceten)
kunnen bij mensen die er gevoelig voor zijn,
hooikoortsachtige allergieën veroorzaken (10). Aethalia van de boomwrat
bevatten
plantenstoffen die de groei van virussen (3) en kankercellen (1,5,7) kunnen afremmen.
Waar gevonden
Wij hebben deze slijmschimmel meerdere malen aangetroffen, op dood hout in het Smitpark, en altijd in de zomer.
Literatuur
1. Fröde R, Hinze C,
Josten I, Schmidt B, Steffan B,
Steglich W (1994) Isolation and synthesis of 3,4-bis(indol-3-yl)
pyrrole-2,5-dicarboxylic acid derivatives from the slime mould Lycogala epidendrum. Tetrahedron Letters
35:1689-1690.
2. Gaither TW
(1976) Ultrastructure of the pseudocapillitium and spores of the
Myxomycete Lycogala epidendrum.
American Journal of
Botany 63:705-709.
3. Hashimoto T,
Yasuda A, Akazawa K, Takaoka S, Tori M, Akazawa Y (1994) Three novel
dimethyl
pyrroledicarboxylate lycogarubins from the myxomycete Lycogala
epidendrum.Tetrahedron Letters 35:2559-2560.
4. Hoppe T,
Kutschera U (2010) In the shadow of Darwin:
Anton de Bary’s origin of myxomycetology and a molecular phylogeny of
the
plasmodial slime molds. Theory Biosciences 129:15–23.
5. Hosoya T,
Yamamoto Y, Uehara Y, Hayashi M, Komiyama K, Ishibashi M (2005) New
cytotoxic
bisindole alkaloids with protein tyrosine kinase inhibitory activity
from a
myxomycete Lycogala epidendrum.
Bioorg Med Chem Lett 15:2776-2780.
6. Ing B (1967)
Myxomycetes as food for other organisms. Proc S London Ent Nat Hist Soc
1967:18–23.
7. Kamata K, Kiyota
M, Naoe A, Nakatani S, Yamamoto Y, Hayashi M, Komiyama K, Yamori T,
Ishibashi M
(2005) New bisindole alkaloids isolated from Myxomycetes
Arcyria cinerea and Lycogala
epidendrum. Chem Pharm Bull 53:594-597.
8. Keller HW, Snell
KL (2002) Feeding activities of slugs on myxomycetes and macrofungi.
Mycologia
94:757-760.
9. Lawrence JF,
Newton AF (1980) Coleoptera
associated with the fruiting bodies of slime molds (Myxomycetes).
Coleopterists Bull 34:129-143.
10. Lierl
MB
(2013) Myxomycete (slime mold)
spores: unrecognized aeroallergens? Annals of Allergy, Asthma and
Immunology
111:537-541.
11. Lycogala epidendrum. Document op
en.wikipedia.org.
12. Takahashi K
(2004) Distribution of Myxomycetes
on
different decay states of deciduous broadleaf and coniferous wood in a
natural
temperate forest in the southwest of Japan.
Systematics and Geography of
Plants 74:133-142.
13. Van Hooff H (2014) Is de gewone boomwrat
Lycogala epidendrum wel altijd de gewone boomwrat? Coolia
57:2-6.
Terug naar de soortenlijst