Rossig buiskussen (Tubulifera arachnoidea)
Het rossig buiskussen is de
sporenvormende structuur van een slijmschimmel, en feitelijk dus geen
paddenstoel. Hoewel buiskussens op rottend hout verschijnen, is er niet zoals
bij paddenstoelen een grote massa van schimmeldraden (hyfen) in het hout
aanwezig. Uit de sporen van slijmschimmels ontstaan amoeben die fuseren tot plasmodia (meercellige organismen
waarbij de cellen niet door wanden van elkaar zijn gescheiden). Zulke plasmodia
kunnen zich over het substraat voortbewegen en zich voeden met bacteriën,
protozoa, sporen van schimmels, mossen en varens. Wanneer de hoeveelheid
voedsel beperkend wordt, veranderen de plasmodia in een sporenvormende
structuur (3). Bij het rossig buiskussen bestaat die uit een grote groep van
ongesteelde sporangia die tegen elkaar aangedrukt zijn. De individuele
sporangia hebben een doorsnee van enkele tienden van millimeters en zijn 3 tot 5 millimeter
hoog. De hele groep kan 15 cm groot worden, maar blijft meestal
kleiner. Zo'n groep wordt een pseudoaethalium
genoemd. In jonge toestand is het helder roze tot oranje van kleur, later wordt
het grauwbruin (2). Bij een inventarisatie van bossen in de Karpaten en in
Centraal Polen vond men het rossig buiskussen vooral op dood beukenhout (1,9),
bij een inventarisatie van bossen in de Oekraïne ook op hout van eiken,
platanen en ratelpopulieren (8). De slijmzwam heeft een voorkeur voor dood hout
dat al behoorlijk ver is vergaan en met mos is bedekt (8,9).
Naam
De genusnaam Tubulifera
betekent "buisjesdragend", de soortnaam arachnoidea "bedekt met (of bestaand uit) zachte losse haren of vezels". Beide namen hebben betrekking op de vorm van het pseudoaethalium. Het rossig buiskussen werd vroeger Tubifera ferruginosa genoemd (6). Tubifera betekent
"buisdragend", ferruginosa "vol roest". Dit laatste verwijst naar de roodachtige kleur. Licea tubulina en Licea clavata zijn andere synoniemen van Tubulifera arachnoidea (11). In Oost Europa heeft men onlangs een
nieuwe buiskussensoort ontdekt, die grotere pseudoaethalia kan vormen dan het
rossig buiskussen en hiervan op grond van microscopische kenmerken kan
worden onderscheiden (7). Zowel op grond van morfologische kenmerken als op
grond van het chromosoomaantal (n=21) moet het rossig buiskussen worden
gerekend tot de primitieve slijmschimmels (Liceales, Ceratiomyxales) en van de Physarales worden gescheiden (4).
Eetbaarheid/nut
Een buiskussen is niet eetbaar. De
sporangia bevatten plantenstoffen (triterpenoïden) met een unieke structuur en cytotoxische
eigenschappen (5). Het paddenstoelmugje Epicypta
testata legt haar eieren in het plasmodium van Tubulifera arachnoidea. De larve leeft in de vruchtlichamen en het
mugje draagt bij aan de verspreiding van de sporen (10).
Waar
gevonden
We
hebben deze slijmschimmel aangetroffen in het zuidwestelijk deel van het Smitpark en in
een parkje bij het Leverkruid (straatnaam). In beide gevallen op omgevallen
boomstammen.
Literatuur
1. Dudka IO, Leontyev DV (2011)
Myxomycetes in virgin forests of Carpathian biosphere reserve. Studia Biologica
5:45-56.
2. Graubart L (2014) Ein oranger
Schleimpilz und seine Entwicklung (Tubifera
ferruginosa). Document op pilzforum.eu.
3. Hoppe T (2009) Untersuchungen zur
Entwicklungsphysiologie und molekularen Phylogenetik ausgewählter Vertreter der
Myxomyceten und zur Photosynthese fähiger Eugleniden (Organismenreich Protoctista). Dissertation Universität Kassel,
Kassel University Press.
4. Hoppe T, Kutschera U (2014)
Chromosome numbers in representative myxomycetes: a cytogenetic study. Mycol
Progress 13:189-192.
5. Ippongi Y, Ohtsuki T, Toume K,
Arai MA, Yamamoto Y, Ishibashi M (2011)Tubiferic acid, a new 9,10-secocycloartane triterpenoid acid isolated
from the Myxomycete Tubulifera
arachnoidea. Chem Pharm Bull 59:279-281.
6.
Lado C (2011) The nomenclatural status of the genus Tubifera (Myxomycetes). Taxon 60:221-222.
7.
Leontyev DV, Fefelov KA (2009) Tubulifera
applanata, a new Myxomycete species from Eastern Europe and Northern Asia.
Bol Soc Micol Madrid 33:115-127.
8.
Leontyev DV (2010) Plant community preferences of some Myxomycete species in
Gomolsha forests (Ukraine). Nauka i Studia 4:14-24.
9.
Slusarczyk D (2010) Some observations of slime moulds on wood and litter in
beech forests. Acta
Mycol 45:239-246.
10. Tubifera ferruginosa. Document op de.wikipedia.org.
11.
Wrigley de Basanta D, Lado C (2005) A taxonomic evaluation of the stipitate Licea species. Fungal Diversity 20:261-314.
Terug naar de soortenlijst