Roze stinkzwam (Mutinus ravenelii)
De
roze stinkzwam is een paddenstoel die nog maar enkele decennia (sinds 1950) in Nederland voorkomt. De zwam is oorspronkelijk
afkomstig uit Noord Amerika. Hij werd aan het eind van de negentiende
eeuw in Europa ingevoerd en heeft zich over een groot
deel van ons continent verspreid. De eerste waarneming werd gedaan in
Engeland (1888). In Duitsland verscheen de paddenstoel in 1942
(3,4,9), in Nederland in 1950, in Letland en Finland in 1961, in Polen
in 1967, in Noorwegen na 1970 (1) en in Estland en Litouwen omstreeks
1980 (11). Mutinus ravenelii heeft zijn
areaal vermoedelijk weten uit te breiden ten gevolge van de
klimaatverandering (6,8).
Roze
stinkzwammen groeien op omgewerkte of
verstoorde grond, meestal als saprofyt op
houtsnippers, stro, zaagsel of compost in parken en tuinen (10),
maar soms ook op vermolmd hout in loof- en naaldbossen (8).
In jonge toestand ziet de paddenstoel er uit als een langwerpig, wit "duivelsei" met een diameter van 1 tot 1.5 cm (8).
Daaruit groeit na enige tijd een fallusvormig vruchtlichaam met een
opvallende roze kleur en een hoogte van vijf tot tien centimeter (7).
De top van het vruchtlichaam is aanvankelijk donker gekleurd. Hij
is bedekt met een slijmerige donkergrijze massa die een geur
van aas of kattenpoep verspreidt en waarin zich de sporen bevinden.
Vliegen worden door deze geur aangetrokken, ze likken de
sporenmassa eraf en dragen zo bij aan de verspreiding van de zwam.
Sporen die het darmkanaal van een vlieg hebben gepasseerd
kunnen nog steeds kiemen (5). Wanneer de vliegen hun taak hebben
volbracht blijft er een vuurrode, framboosachtige punt op een roze
steel
over. Die steel is hol en sponzig van structuur, waardoor de
paddenstoel spoedig omvalt (2).
Naam
De Latijnse genusnaam Mutinus betekent "penis" of mannelijk lid; deze heeft betrekking op de vorm van de zwam. De soortnaam ravenelii is een eerbetoon aan de Amerikaanse botanicus Henry William Ravenel (1814-1887).
Eetbaarheid/nut
Roze stinkzwammen zijn niet eetbaar.
De geur van de paddenstoel is minder sterk dan die van de grote
stinkzwam. Men moet er dichtbij zijn om hem te kunnen ruiken.
Waar gevonden
We
hebben roze stinkzwammen aangetroffen in een rododendronperkje dat met
houtsnippers is bedekt, bij de hoek van de Boltslaan en de Gast.
Literatuur
1. Båtvik, JII (2000). Hagestanksopp Mutinus ravenelii i Østfold, utbredelse og økologi. Natur i Østfold 19(1): 70-76.
2. Dijksterhuis K (2011) Stinkende zuurstokjes. Trouw, 21 september 2011.
3. Dörfelt H, Sommer B (1977) Zur Kenntnis der Phallales des hercynischen Gebietes. Hercynia 14:47-52.
4. Friederichsen I (1960) Mutinus ravenelii (Bk. et Cart.) Ed.Fischer bei Hamburg? Z Pilzk 26:63-66.
5. Jansen G (2009) Kleine, grote en exotische stinkers. De Gelderlander, 13 november 2009.
6. Kreisel H (2006) Global warming and mycoflora in the Baltic region. Acta Mycologica 41:79-94.
7. Op den Kamp O, Op den Kamp L (z.j.) Roze stinkzwam (Mutinus ravenelii). Document op www.eifelnatur.de.
8. Studt O u.Ä. Himbeerrote Hundsrute. Webdocument op de.wikipedia.org.
9. Ulbrich E (1943) Mutinus ravenelii
(Berk. et Curt.) Ed.Fischer, eine für Europa neue Phallacee. Notizblatt
des Königl. botanischen Gartens und Museums zu Berlin 15:820-824.
10. Wertwijn JW (2015) Roze stinkzwam (Mutinus ravenelii). Document op werthof.home.xs4all.nl.
11. Wojewoda W, Karasinski D (2010) Invasive macrofungi (Ascomycota and Basidiomycota) in Poland. Biological Invasions in Poland 1:7-21.
Terug naar de soortenlijst