Dennenvlamhoed (Gymnopilus penetrans)
De
dennenvlamhoed is een kleurrijke paddenstoel die in dichte groepjes
groeit op naaldhout (vooral dennenhout). De hoed heeft een doorsnee van
2 tot (maximaal) 8
cm. De bovenzijde van de hoed is bol of vlak, goudgeel
tot oranjebruin met een donkerder centrum, en vrijwel glad hoewel
er met een loep korreltjes te zien zijn (4,6). De hoedrand is
aanvankelijk ingerold, maar spreidt zich later vlak uit. Het vlees
van de vruchtlichamen is geel tot oranje van kleur, en zacht van
structuur. De plaatjes aan de onderzijde van de hoed zijn aanvankelijk
geel, maar krijgen een roestkleur wanneer de sporen rijpen. De
steel van de paddenstoel is lichtgeel en verkleurt bij kneuzing naar
roestbruin. Bij jonge exemplaren van de paddenstoel is er een
gordijn onder de hoed aanwezig. Bij volgroeide exemplaren zijn er
dikwijls nog resten van dit gordijn te vinden, aan de rand van de hoed
of aan de bovenkant van de steel (7). De paddenstoel komt voor in Europa, Noord Afrika en Noord Amerika (5). Volgens
een Tsjechisch artikel verschijnt hij in fase 3 van het afbraakproces:
de fase waarin een deel van het hout al behoorlijk ver is vergaan,
zodat er met een spijker of een naald tot een diepte van 3 tot 5
cm in de stam geprikt kan worden, en waarin grote stukken schors
al hebben losgelaten (10). Op hout van fijnspar werd hij in Tsjechië
relatief zelden aangetroffen (11).
Naam
De genusnaam Gymnopilus betekent "naakte hoed", de soortnaam penetrans "binnendringend" (4-6). Gymnopilus sapineus werd lange tijd beschouwd als een synoniem van Gymnopilus penetrans , maar mogelijk gaat het toch om twee verschillende soorten die alleen op
grond van microscopische kenmerken betrouwbaar kunnen worden
onderscheiden. Wie deze discussie wil volgen, kan de volgende artikelen raadplegen: (1,2,8,9). Sapineus betekent "van spar (of den)". Flammula penetrans is een synoniem van Gymnopilus penetrans (4). Andere synoniemen zijn Flammula hybrida,Gymnopilus hybridus, Agaricus penetrans, en Dryophila penetrans (5).
Eetbaarheid/nut
De
vruchtlichamen van de dennenvlamhoed zijn niet giftig, maar voor mensen
ook niet eetbaar. Ze zijn smakeloos of bitter (7). De chemische structuur van bepaalde gele en rode pigmenten in de paddenstoel is vastgesteld (3). In
tegenstelling tot sommige andere paddenstoelsoorten bleek het mycelium
van de dennenvlamhoed niet in staat om N-acylhomoserine lactonen
(signaalstoffen van bacteriën) af te breken (12).
Waar gevonden
In
Zuidhorn hebben we nog nooit vruchtlichamen van de dennenvlamhoed
gevonden (er is daar ook maar heel weinig naaldhout). We hebben de
paddenstoel wel aangetroffen in Nanninga's Bos in Heineburen (Gr.).
Hij groeide daar in groot aantal op al behoorlijk ver
vergane, liggende stammen van gekapte naaldbomen.
Literatuur
1. Clémençon H (2002) Mycelial morphology, rhizomorph anatomy and primordium formation of Gymnopilus penetrans (Cortinariaceae, Basidiomycetes). Feddes Rep 113:63-79.
2. Dam N (2008) Is iedere dennevlamhoed een dennevlamhoed? Coolia 51:2-8.
3. Dangy-Caye MP, Arpin N (1974) Présence de styryl-6a pyrones, notamment de bis-noryangonine et d'hispidine, chez Gymnopilus penetrans (Fr. ex Fr.) Murr. Bull mens soc lin Lyon, no.spécial:109-118.
4. Flammula penetrans - Binnendringende Flammula. Flora Batava, Deel XXIV, plaat 1899. Den Haag, Martinus Nijhoff, 1915.
5. Gymnopilus penetrans (Fr.) Murrill - Common Rustgill. Document op www.first-nature.com.
6. Gymnopilus penetrans (Fr. : Fr.) Murrill 1912 - Flammula penetrans (Fr.) Quél. 1886 - Gymnopile pénétrant. Document op champyves.pagesperso-orange.fr.
7. Gymnopilus sapineus. Document op en.wikipedia.org.
8. Holec J (2005) The genus Gymnopilus (Fungi, Agaricales)
in the Czech Republic with respect to collections from other European
countries. Acta Musei Nationalis Prague, Series B, Historia Naturalis
61:1-52.
9. Kuo M (2007) Gymnopilus sapineus. Document op www.mushroomexpert.com.
10.
Pouska V, Leps J, Svoboda M, Lepsová A (2011) How do log
characteristics influence the occurrence of wood fungi in a mountain
spruce forest? Fungal Ecology 4:201-209.
11. Pouska V, Macek P,
Zibarová L (2016) The relation of fungal communities to wood
microclimate in a mountain spruce forest. Fungal Ecology 21:1-6.
12.
Uroz S, Heinonsalo J (2008) Degradation of N-acylhomoserine
lactone quorum sensing signal molecules by forest root-associated
fungi. FEMS Microbiol Ecol 65:271-278.
Terug naar de soortenlijst