Elzenkrulzoom (Paxillus filamentosus)
De elzenkrulzoom is een mycorrhiza-partner van elzen: Alnus glutinosa, Alnus incana
(1,7,10,12), en buitenlandse elzensoorten die in parken aangeplant zijn (6, zie onder). De hoed is 5
tot 10 cm breed, grijsbruin tot roodbruin en bij
volgroeide exemplaren in het centrum ingedeukt. Aanvankelijk heeft
hij een donzig oppervlak en een naar binnen gekrulde rand; later raakt de
hoedhuid dicht geschubd, vormen zich onregelmatige barsten, en wordt de rand
aanzienlijk vlakker. De plaatjes staan dicht bij elkaar en
lopen langs de steel af. Ze zijn bij jonge exemplaren goudgeel, maar
kleuren bij veroudering roestbruin. Ook bij aanraking of beschadiging
treedt deze verkleuring op (zie foto rechtsboven). De cilindrische
steel is vaak
enigszins excentrisch geplaatst en heeft een fijn donzig oppervlak.
Hij is roodbruin en bij jonge exemplaren bovenaan goudgeel. De
paddenstoel heeft een voorkeur voor kalkrijke grond (3) en voor
vochtige tot natte standplaatsen (9). Op voedselarme veenbodems lijkt
hij te ontbreken, maar hij is soms talrijk op vette klei en voedselrijk
zand.
Naam
De genusnaam Paxillus is afgeleid van een Latijns woord voor "pen" of "pin". De soortnaam filamentosus betekent "vezelig" of "draderig" (7). Dit heeft vermoedelijk betrekking op de aanblik van het hoedoppervlak. Paxillus rubicundulus wordt door de meeste mycologen beschouwd als een synoniem van Paxillus filamentosus (1,7,9), anderen menen dat dit twee afzonderlijke soorten zijn (11). Paxillus leptopus is een ander synoniem van Paxillus filamentosus (2). De elzenkrulzoom is niet alleen op grond van uiterlijke kenmerken maar
ook op grond van moleculair biologisch onderzoek nauw verwant met de
gewone krulzoom (4). Hij
onderscheidt zich door zijn nauwe band met elzen, de neiging van
het hoedoppervlak om spoedig te gaan barsten en de gele kleur van het
vlees van volgroeide exemplaren - bij de gewone krulzoom is dit
witachtig of lichtgeel (9). De sporen van de elzenkrulzoom zijn kleiner dan die van de gewone soort (1,5,8), en de
elzenkrulzoom vertoont vaker bijzondere hyfen, met dwarsribben aan de
binnenzijde van de celwand (2).
Eetbaarheid/nut
Elzenkrulzomen zijn niet eetbaar en gezien de nauwe verwantschap met de gewone krulzoom (Paxillus involutus)
bij herhaald gebruik waarschijnlijk dodelijk giftig. Volgens een
Duitse website kan de paddenstoel niet alleen dezelfde
levensgevaarlijke autoimmuun-reactie veroorzaken als de gewone krulzoom, maar
bevat hij ook muscarine in hoge concentraties, dat als een zenuwgif
werkt (3).
Waar gevonden
Elzenkrulzomen
groeien in een brede kring rond een
bijzondere els die door de gemeente aan het westelijke eind van de
Thorbeckestraat is geplant (zie derde foto van links). Het is een
monumentaal exemplaar van Alnus x spaethii,
een kruising van de Japanse en de Kaukasische els. We vonden de paddenstoelen ook bij zwarte elzen (Alnus glutinosa) in de noordberm van de oprijlaan van de Piloersemaborg in Den Ham (Gr.) en in het waterpark in Briltil (Gr.). Steeds op vochtige groeiplaatsen.
Literatuur
1. Bresinsky A (1996) Über Leccinum subcinnamomeum, Rhizopogon pumilionus und Paxillus filamentosus (Boletales). Z Mykol 62:61-68.
2. Clémençon H (1983) Costiferous hyphae and related cell structures in Paxillus (Boletales). Sydowia 36:29-32.
3. Erlenkrempling. Document op 123pilze.de.
4.
Le Quéré A, Schützendübel A, Rajashek B, Canbäck B, Hedh J, Erland S,
Johansson T, Tunlid A (2004) Divergence in gene expression related to
variation in host specificity of an ectomycorrhizal fungus. Mol Ecol
13:3809-3819.
5. Merino Alcántara D (2009) Paxillus rubicundulus P.D.Orton. Document op micobotanicajaen.com
6. Paxillus filamentosus. Document op fichasmicologicas.com
7. Paxillus filamentosus. Document op granadanatural.com.
8. Paxillus filamentosus - Erlen-Krempling (Pilze der Woche 31). Document op pilze-basel.ch.
9. Paxillus filamentosus (Scop.) Fr. Document op natura.cr-surfing.net.
10. Paxillus rubicundulus P. D. Orton. Document op fungipedia.org.
11. Tanchaud P (2012) Paxillus rubicundulus Orton. Document op mycocharentes.fr.
12. Tedersoo L, Suvi T, Jairus T, Ostonen I, Põlme S (2009). Revisiting ectomycorrhizal fungi of the genus Alnus: differential host specificity, diversity and determinants of the fungal community. New Phytol 182:727-735.
Terug naar de soortenlijst