Elzenvlag (Taphrina alni)
De
elzenvlag is een Ascomyceet (zakjeszwam) die twee verschillende
levensvormen kent: een saprofytisch giststadium en een myceliumstadium
waarin de paddenstoel parasiteert op vrouwelijke katjes (proppen) van
de zwarte of de grauwe els (Alnus glutinosa of Alnus incana) terwijl
die katjes nog aan de boom hangen (1-3). Vanwege de infectie van de
schimmel ontstaan er één of meerdere tongachtige, holle
uitgroeisels van het katje, die 3 cm (in zeldzame gevallen 6 cm) lang
kunnen worden. Aanvankelijk zijn die groen van kleur, later geel,
oranje, felrood of paars en uiteindelijk (in verdroogde toestand) bruin
(11). De punt van een vlag is breder dan de basis (10). De "vlaggen" zijn
heel sterk en kunnen tot het volgend jaar aan de boom blijven
hangen (10,11). Strikt genomen zijn het geen vruchtlichamen van de
schimmel, maar gallen,
want
het weefsel in de vlag is geen schimmelweefsel maar weefsel van de
gastheerboom. Zo'n gal kan uitgaan van een schutblad van het katje
(11,12), maar ook van een ovarium (11). Op het oppervlak van de
vlag bevindt zich een microscopisch dun laagje schimmelweefsel
waarin de sporen worden gevormd. De elzenvlag komt voor in West-,
Noord- en Midden-Europa; daarbuiten in ieder geval ook in Noord Amerika
(3,4,8). Een hoge luchtvochtigheid kan de groei van de
paddenstoel bevorderen (4). De elzen schijnen van de
aantasting niet ernstig te lijden te hebben (6,11).
Naam
De genusnaam Taphrina is afgeleid van het Griekse woord taphrè of taphros, dat "gracht", "greppel", "geul", "sleuf" of "groeve" betekent. De soortnaam alni betekent "van de els". De verwantschappen binnen het genus Taphrina
zijn onderzocht met behulp van moleculair-biologische technieken.
Daaruit bleek dat de elzenvlag kan worden beschouwd als één enkele ,
afzonderlijke soort (1,9). Ascomyces alni is een synoniem van Taphrina alni (4). Andere synoniemen zijn Taphrina amentorum en Exoascus amentorum (8).
Eetbaarheid/nut
De gallen van de elzenvlag zijn voor mensen niet eetbaar (5).
Waar gevonden
Tijdens
een wandeling door de Doezumermieden (eind augustus 2017) zagen we in
een houtsingel een zeer groot aantal exemplaren van de elzenvlag.
In dat jaar schreven we: "in Zuidhorn hebben we de paddenstoel nog
niet aangetroffen, maar hij moet daar beslist ook voorkomen". En inderdaad troffen we in 2018 op een
zwarte els aan het (noord) westeind van de Thorbeckestraat oude,
verdroogde vruchtlichamen aan van de elzenvlag! Deze pagina kon daarom naar de index van Zuidhornse soorten verhuizen.
We zagen elzenvlaggen later ook in houtsingels langs de Storteboomsreed
in Kornhorn (Gr.) en een landbouwweg in Hornhuizen (Gr.).
Ook bij het bruggetje aan het eind van de Schokker in Briltil
(Gr.) zaten er elzenvlaggen op een zwarte els aan de waterkant. Als je
de soort eenmaal kent en erop begint te letten, blijkt hij veel vaker
voor te komen dan je aanvankelijk dacht.
Literatuur
1.
Bacigálová K, Lopandicz K, Rodrigues MG, Fonseca A, Herzberg M,
Pinskers W, Prillinger H (2003) Phenotypic and genotypic identification
and phylogenetic characterisation of Taphrina fungi on alder. Mycological Progress 2:179-196.
2. Bacigálová K, Mulenko W, Wolczanska A (2005) Parasitic microfungi of the Tatra mountains 1. Taphrinales. Polish Botanical Studies 50:185-207.
3. Ellis HA (2000) Fungus-induced galls on alder catkins. Field Mycology 1:78-80.
4. Erlen-Narrentasche. Document op de.wikipedia.org.
5. Erlen-Narrentasche, Zunge Gallenpilz. Document op www.123pilze.de.
6. Evans D (2016) An exceptional Taphrina year in North-west Wales. Field Mycology 17:51-54.
7. Krieglsteiner L (2012) Pilzfunde im Nationalpark Eifel II. Document op brd.pilzkartierung.de.
8. Ray WW (1939) Contribution to the knowledge of the genus Taphrina in North America . Mycologia 31:56-75.
9. Rodrigues MG, Fonseca A (2003) Molecular systematics of the dimorphic ascomycete genus Taphrina. Int J Syst Evol Microbiol 53:607-616.
10. Taphrina alni. Document op howlingpixel.com.
11.Taphrina alni. Document op en.wikipedia.org.
12. Wouters P, Horemans M (2012 ) Ook elzen hangen de vlag uit. Document op naturetoday.com.
Terug naar de soortenlijst