Gewone wimperzwam (Scutellinia scutellata)
De gewone wimperzwam is een schotelvormig paddenstoeltje (diameter 2 tot 12 mm) met een oranjerood hymenium
(kiemvlies) aan de binnenzijde en haartjes aan de rand. Een steel ontbreekt. De haartjes
zijn meestal bruin van kleur en kunnen tot 1.3 mm lang zijn
(4). Het zwammetje verschijnt alleen of in groepjes op
rottend hout, halfverteerde boombast of een bodem waarin
houtresten aanwezig zijn. Ook is het wel eens aangetroffen op de as van
verbrand hout, op halfvergane bladeren of op rottende vruchtlichamen van de
tonderzwam (Fomes fomentarius) (1). Het is zelfs wel eens binnenshuis gevonden (5). Wimperzwammetjes hebben een voorkeur voor een vochtige tot natte omgeving (8,9). Vanwege
zijn felle kleur is een wimperzwam opvallend, maar op een bemoste
boomstam kan het paddenstoeltje door mos worden overwoekerd en
daarom over het hoofd worden gezien (4). Onlangs werd ontdekt
dat wimperzwammetjes bepaalde bacteriën nodig hebben om te kunnen
groeien, en met die bacteriën een hechte symbiose aangaan (3).
Vergelijkbare bacteriën zijn als symbionten in de nephridia (nierachtige orgaantjes) van aardwormen aangetroffen (3). Scutellinia scutellata komt over bijna de gehele wereld voor (9).
Naam
Zowel de genusnaam Scutellinia als de soortnaam scutellata zijn afgeleid van het Latijnse woord scutella,
dat "schaaltje" betekent (1). Scutellata betekent dus "schotelvormig" of "schildvormig" (9). De vruchtlichamen van het wimperzwammetje
hebben de vorm van een schoteltje, of een plat kommetje. De Nederlandse
naam "wimperzwam" heeft betrekking op de overeenkomst van het
paddenstoeltje met een oog dat door wimpers is omgeven. Peziza scutellata en Patella scutellata zijn synoniemen van Scutellinia scutellata (7). Scutellinia crinita is oorspronkelijk beschreven als een aparte soort, maar wordt nu beschouwd als identiek aan S.scutellata (10). Het gewone wimperzwammetje kan met vele andere soorten verward worden (7), vooral de rietlandwimperzwam (Scutellinia umbrorum) maar die heeft meestal kortere haartjes (< 1 mm) en groeit altijd op de bodem (2).
Eetbaarheid/nut
Wimperzwammetjes
zijn niet eetbaar (2). De oranjerode kleur van de vruchtlichamen
is te danken aan de aanwezigheid van carotenoïden. De samenstelling van
deze kleurstoffen is onderzocht (6).
Waar gevonden
We
hebben wimperzwammetjes aangetroffen langs het wandelpad dat vanaf
de
Heemskerkstraat in westelijke richting tussen de sportvelden loopt. De paddenstoeltjes groeiden op een vochtige, beschaduwde stobbe
van een omgezaagde beuk in een houtsingel. Tijdens
een wandeling in Brabant (St.Oedenrode) troffen we
de zwammetjes eens aan in een geul langs een trottoirband,
schijnbaar op de kale grond, maar vermoedelijk op houtresten die daar
waren begraven.
Literatuur
1. Denison WC (1959) Some species of the genus Scutellinia. Mycologia
51:605-635.
2. Emberger G (2008) Scutellinia scutellata. Document op messiah.edu/Oakes/fungi_on_wood.
3. Giordano R, Nardi JB, Bee CM, Miller LA, Raja H (2013) Bacterial
symbionts that inhabit apothecia of the cup fungus Scutellinia
scutellata. Nova Hedwigia 97:1-18.
4. Graebner H u.Ä. Gewöhnlicher Schildborstling. Document op
de.wikipedia.org.
5. Huckfeldt T, Schmidt O, Quader H (2005). Ökologische Untersuchungen
am Echten Hausschwamm und weiteren Hausfäulepilzen. Holz als Roh- und
Werkstoff 63:209-219.
6. Jensen SL (1965) On fungal carotenoids and the natural distribution
of spirilloxanthin. Phytochemistry 4:925-931.
7. Milburn J a.o. Scutellinia scutellata. Document op
en.wikipedia.org.
8. Scutellinia scutellata (L.) Lambotte. Document op fungipedia.org.
9. Scutellinia scutellata (L.) Lambotte - Common Eyelash. Document
op first-nature.com.
10. Yao YJ, Spooner BM (1996) Notes on British species of Scutellinia.
Mycol Res 100:859-865.
Terug naar de soortenlijst