Grijze buisjeszwam (Bjerkandera adusta)

Buisjeszwam in SmitparkBuisjeszwam in houtsingel sportveldenOnderzijde buisjeszwamBuisjeszwam in Smitpark 2

De grijze buisjeszwam is een heel gewone paddenstoel, die sinds 1950 in Nederland sterk in aantal is toegenomen (1,2). Vreemd genoeg is hij in intensief onderhouden bossen algemener dan in natuurreservaten (11). Hij groeit op dode stronken, stammen, stobben en takken, vooral van beuk, berk, eik, populier en wilg, maar ook op hekpalen, overal waar maar hout voor handen is. De zwam veroorzaakt witrot door de lignine uit het hout af te breken en de cellulose minder aan te tasten (12). In de opeenvolging van paddenstoelen op dood hout verschijnen grijze buisjeszwammen gewoonlijk tamelijk laat. In een Zweeds onderzoek lag de piek van hun optreden zes jaar nadat de bomen waren gekapt (9). In zeldzame gevallen kan de schimmel ook levende bomen infecteren, bijvoorbeeld jonge eiken die zijn beschadigd door een late vorst (7). De bovenzijde van de vruchtlichamen is dikwijls viltig behaard. Jonge exemplaren hebben een karakteristieke grijs- tot okerbruine kleur met witte rand. Oudere exemplaren worden donkerder en ook de rand kan dan donker verkleuren. De poriën aan de onderzijde zijn eerst zilvergrijs, later rookgrijs en verkleuren bij druk of beschadiging naar donkerbruin tot zwart (17).

Naam
De genusnaam Bjerkandera verwijst naar Clas Bjerkander (1735-1795), een Luthers predikant, meteoroloog, botanicus en entomoloog die studeerde aan de universiteit van Uppsala (17). De soortsnaam adusta betekent "verschroeid"; deze heeft vermoedelijk betrekking op de "asgrauwe" kleur. Volgens anderen op de rand van het vruchtlichaam die er aanvankelijk wit, maar later zwartachtig ("aangebrand") uitziet.

Eetbaarheid/nut
Grijze buisjeszwammen zijn niet eetbaar. Onderzoekers uit Japan hebben ontdekt dat sporen van de paddenstoel in grote aantallen in speeksel en slijmvliezen van mensen aanwezig kunnen zijn en dan een hardnekkige blijvende hoest kunnen veroorzaken (10,13-15,18). Vanuit biotechnologisch oogpunt is de paddenstoel interessant omdat hij enzymen bevat die mogelijk ingezet kunnen worden bij de zuivering van afvalwater, o.a. in de textielverwerkende (3,6,16) en de geneesmiddelen (4,5,8) industrie.

Waar gevonden
Wij hebben grijze buisjeszwammen aangetroffen op stobben en stronken in het Smitpark, en in houtsingels rond de sportvelden. Ook buiten Zuidhorn hebben we de paddenstoel dikwijls gezien, zoals in het Coendersbosch bij Nuis (Gr.), op een liggende stam van een linde op de wierde van Godlinze (Gr.), in een bosje op privé-terrein aan het Zuiderdiep in Tweede Exloërmond (Dr.) en in het Kniphorstbos bij Anloo (Dr.). Op die laatste vindplaats groeide de zwam in een stamspleet van een nog levende, monumentale beuk. De grijze buisjeszwam kan dus inderdaad levende bomen aantasten.

Literatuur
1. Angebrannter Rauchporling. Document op de.wikipedia.org.
2. Arnolds E (1988) The changing macromycete flora in The Netherlands. Trans Br mycol Soc 90:391-406.
3. Casieri L, Anastasi A, Prigione V, Varese GC (2010) Survey of ectomycorrhizal, litter-degrading, and wood-degrading Basidiomycetes for dye decolorization and ligninolytic enzyme activity. Antonie van Leeuwenhoek 98:483-504.
4. Cho NS, Belearz A, Ginalska G, Kornillowicz K, Cho HY, Ohga S (2009) Decolorization and degradation of daunomycin by Bjerkandera adusta R59 strain. J Fac Agr Kyushu Univ 54:65-71.
5. Cho NS, Kornillowicz K, Ginalska G, Cho HY, Shin SJ, Ohga S (2009) Biodegradation of daunomycin post-production wastes by Bjerkandera adusta R59. J Fac Agr Kyushu Univ 54:279-284.
6. Choi YS, Seo JY, Lee H, Yoo J, Jung J, Kim JJ, Kim GH (2014) Decolorization and detoxification of waste water containing industrial dyes by Bjerkandera adusta KUC9065. Water Air Soil Pollut 225:1801.
7. Domanski S (1982) Bjerkandera adusta on young Quercus rubra and Quercus robur injured by late spring frosts in the Upper Silesia industrial district of Poland. Eur J Forest Pathol 12:406-413.
8. Kornillowicz-Kowalska T, Ginalska G, Belcarz A, Iglik H (2006) Microbial conversion of daunomycin wastes in unsterile soil inoculated with Bjerkandera adusta R59. Appl Microbiol Biotechnol 70:497-504.
9. Lindhe A, Asenblad N, Toresson HG (2004) Cut logs and high stumps of spruce, birch, aspen and oak – nine years of saproxylic fungi succession. Biological Conservation 119:443-454.
10. Liu B, Ichinose T, He M, Kobayashi F, Maki T, Yoshida S, Yoshida Y, Arashidani K, Takano H, Nishikawa M, Sun G, Shibamoto T (2014) Lung inflammation by fungus Bjerkandera adusta isolated from Asian sand dust (ASD) aerosol and enhancement of ovalbumin-induced lung eosinophilia by ASD and the fungus in mice. Allergy, Asthma and Clinical Immunology 10:10.
11. Müller J, Engel H, Blaschke M (2007) Assemblages of wood-inhabiting fungi related to silvicultural management intensity in beech forests in southern Germany. Eur J Forest Res 126:513-527.
12. Nakamura Y, Sungusia MG, Sawada T, Kuwahara M (1999) Lignin-degrading enzyme production by Bjerkandera adusta immobilized on polyurethane foam. J Biosci Bioeng 88:41-47.
13. Ogawa H, Fujimura M, Ohkura N, Satoh K, Makimura K (2014) Impact of Bjerkandera adusta colonization on chronic cough. Allergology International 63:499-500.
14. Ogawa H, Fujimura M, Takeuchi Y, Makimura K (2009) Is Bjerkandera adusta important to fungus-associated chronic cough as an allergen? Eight cases' reports. J Asthma 46:849-855.
15. Ogawa H, Fujimura M, Takeuchi Y, Makimura K, Satoh K (2011) Sensitization to Bjerkandera adusta enhances severity of cough symptom in patients with fungus-associated chronic cough (FACC). Med Mycol J 52:205-212.
16. Robinson T, Nigam PS (2008) Remediation of textile dye waste water using a white-rot fungus Bjerkandera adusta through solid-state fermentation (SSF). Appl Biochem Biotechnol 151:618-628.
17. Smoky Bracket. Document op first-nature.com.
18. Yamaura M, Satoh K, Yamasaki T, Ogawa H, Makimura K (2013) Specific detection of Bjerkandera adusta by polymerase chain reaction and its incidence in fungus associated chronic cough. Mycopathologia 176:337-343.

Terug naar de soortenlijst