De harslakzwam is een
opvallende, parasitaire soort die groeit aan de stamvoet van levende bomen, bij
voorkeur eiken en beuken (2-4), minder vaak essen, haagbeuken, populieren en
wilgen (8,11). Soms tast hij ook platanen aan; dan kan hij zich hoger aan de
stam bevinden. De zwam is vooral te vinden op park- en laanbomen, in mindere
mate op bomen in bossen (9). Individuele vruchtlichamen kunnen 35 cm breed, 10
tot 20 cm diep en 4 tot 8 cm dik worden. Meestal is er meer dan één aanwezig,
dakpansgewijs naast en boven elkaar. De paddenstoel is hard met een roodbruine,
glanzende bovenzijde en een stompe, dikke rand die bij nat weer geel tot
geeloranje, bij droog weer beige van kleur is. Oude vruchtlichamen verkleuren
zwart en zijn dan moeilijk te herkennen (1,10). Aan de onderkant heeft de zwam twee
tot drie kleine poriën per mm, dikwijls met een onregelmatige vorm. De poriënlaag is aanvankelijk
wittig maar spoedig grauw verkleurend (3,4,8). De paddenstoel veroorzaakt
witrot waardoor zijn gastheerboom na een aantal jaren omwaait.
Naam
De genusnaam Ganoderma is afgeleid van het Griekse
woord ganos dat "glanzend"
en het woord derma dat
"huid" betekent. De bovenzijde van de hoed kan er inderdaad glanzend
uitzien, mits het vruchtlichaam niet te oud is en het cacaobruine sporenstof en
het stof van de weg er afgewassen zijn (8). De Nederlandse naam "lakzwam"
slaat ook op deze glans. De soortnaam resinaceum
betekent "harsig". Dit heeft betrekking op de geelachtige, stroperige
vloeistof die uit jonge vruchtlichamen druipt wanneer deze worden beschadigd,
en die op hars lijkt (3).
Eetbaarheid/nut
Harslakzwammen zijn vanwege
hun taaiheid oneetbaar. In de Chinese geneeskunde worden Ganoderma soorten gebruikt om het menselijk immuunsysteem te
versterken. De harslakzwam bevat inderdaad plantenstoffen met antibacteriële,
antivirale en antitumor-eigenschappen (6,7,12). In Burkina Faso wordt een
extract van de paddenstoel gebruikt als een traditioneel geneesmiddel tegen
hartproblemen (5).
Waar gevonden
Harslakzwammen hebben we
aangetroffen aan de voet van monumentale beuken langs de Wilhelminalaan (zowel
in de oostberm als de westberm van deze straat).
Literatuur
1.
Anema-Balke J (2004) Ganoderma's gemakkelijk? - of toch, soms, lastig?
Coolia 47:212-214.
2. Ganoderma resinaceum. Document op fichasmicologicas.com.
3. Ganoderma resinaceum Boud. Document
op first-nature.com.
4.
Graebner H u.ä. Harziger Lackporling. Document op de.wikipedia.org.
5.
Guissou KML, Sanon E, Sankara P, Guinko S (2014) La mycothérapie au Burkina
Faso: État des lieux et perspectives. J Appl Biosci 79:6896-6908.
6.
Niu XM, Li SH, Xiao WL, Sun HD, Che CT (2007) Two new lanostanoids from Ganoderma resinaceum. J Asian Nat Prod
Res 9:659-664.
7.
Peng XR, Liu JQ, Han ZH, Yuan XX, Luo HR, Qiu MH (2013) Protective effects of
triterpenoids from Ganoderma resinaceum
on H2O2-induced toxicity in HepG2 cells. Food Chemistry
141:920-926.
8.
Petersen JE (1987) Ganoderma in
Northern Europe. Mycologist 1:62-67.
9.
Schwarze FWMR, Ferner D (2003) Ganoderma
on trees - Differentiation of species and studies of invasiveness. Arboricultural
Journal 21:59-77.
10.
Steyaert RL (1980) Study of some Ganoderma
species. Bull Jard Bot Nat Belg 50:135-186.
11.
Tanchaud P (2014) Ganoderma resinaceum
Boud. in Pat. Document op mycocharentes.fr.
12.
Zjawiony JK (2004) Biologically active compounds from Aphyllophorales (Polypore) fungi. J Nat Prod 67:300-310.