Grote kale inktzwam (Coprinopsis atramentaria)
De grote kale inktzwam is een algemeen voorkomende paddenstoel die men kan aantreffen in gazons en grazige wegbermen, op
braakliggende terreinen, en andere plaatsen waar de grond is verstoord.
Hij groeit meestal in bundels of groepjes, ogenschijnlijk gewoon
op de grond, maar het mycelium is in werkelijkheid altijd met hout
verbonden (begraven dood hout, of afgestorven wortels van een nog
levende boomstomp). De zwam leeft van de afbraak van dood organisch
materiaal (12).
Naam
De genusnaam Coprinopsis betekent "op Coprinus lijkend",
en Coprinus betekent "op mest". Dat laatste is bij
de kale inktzwam overigens niet het geval. De soortnaam
atramentaria ("inktachtig") is afgeleid van het Latijnse woord atramentum,
dat "inkt" betekent. Deze heeft betrekking op het feit
dat
de hoed tot zwarte inkt vervloeit wanneer de sporen rijp
zijn (3). De
aanduiding "kale inktzwam" is afgeleid van het
feit dat de hoed - in tegenstelling tot die van de geschubde inktzwam -
niet van opmerkelijke, grote schubben is voorzien - hoewel er een paar
kleine, betrekkelijk onopvallende schubjes bij het hoedcentrum
aanwezig
kunnen zijn. Coprinus atramentarius is een synoniem van Coprinopsis atramentaria.
Eetbaarheid
In
Engeland wordt de kale inktzwam "tipplers
bane"
genoemd, de vloek van de pimpelaar. De paddenstoel
is eetbaar maar veroorzaakt een acute gevoeligheid voor alcohol.
Dit is te
wijten aan de aanwezigheid van de stof coprine (1,4,8,13). In het
menselijk
lichaam wordt coprine
afgebroken tot glutaminezuur en 1-aminocyclopropanol. Die laatste stof
is de biologisch aktieve verbinding. Het is een remmer van het
enzym aldehyde dehydrogenase (9,10,15). Wie kale
inktzwammen eet is niet meer in staat om ethanol uit
alcoholische dranken
volledig af te breken (2). Zelfs de consumptie van een kleine
hoeveelheid alcohol leidt dan al tot ophoping van de giftige stof
acetaldehyde (10,11).
Daardoor ontstaat het zogenaamde "coprinus-syndroom" (rode verkleuring
van de huid, koortsaanvallen, transpireren, duizeligheid,
misselijkheid, hoofdpijn, overgeven, trillen,
tintelen van de ledematen, ademhalingsproblemen, hoge bloeddruk,
hartkloppingen, in sommige gevallen ook ritmestoornissen). De
symptomen kunnen zó ernstig zijn dat het
slachtoffer vreest te zullen overlijden, maar ze verdwijnen na enkele
uren spontaan. Aangezien coprine lang in het
menselijk lichaam aanwezig blijft mag men na het eten van kale
inktzwammen gedurende drie dagen geen druppel alcohol drinken (7). De
structuur van de zwarte kleurstoffen (melanines) die tijdens het
vervloeien van inktzwammen worden gevormd is onderzocht met behulp van
spectroscopische technieken (14). Kale inktzwammen bevatten ook plantenstoffen met bacterie-, schimmel- en tumorgroei remmende eigenschappen (5,6).
Toepassing
Een
oud recept voor de bereiding van inkt is het
volgende: "Verzamel enige exemplaren van de kale inktzwam,
die al beginnen te vervloeien. Plaats deze in een steelpannetje met
dikke bodem, voeg er enkele kruidnagels aan toe en verwarm
heel langzaam. Er ontstaat een zwarte brij die men even moet
laten doorkoken. Giet de vloeistof na het afkoelen door een
fijnmazige zeef in een potje, zodat steel en
hoedresten achterblijven. De kruidnagel is nodig om de
inkt te kunnen bewaren". Volgens een variant van het recept moet
men pas na het koken wat kruidnagelolie en arabische gom aan het
kooknat toevoegen. Van inktzwammen bereide inkt moet voor gebruik worden geschud.
Waar gevonden
We hebben kale inktzwammen in Zuidhorn dikwijls aangetroffen bij de
gemeentelijke sportvelden, aan het Hoendiep O-zijde, en in de bermen van de Thorbeckestraat.
Literatuur
1. Carlsson
A, Henning M, Lindberg P, Martinson P, Trolin G, Waldeck B, and
Wickberg B (1978) On the disulfiram-like effect of coprine, the
pharmacologically active principle of Coprinus atramentarius. Acta
Pharmacol Toxicol 42:292–297.
2. Coldwell BB, Genest K, Hughes DW (1969) Effect of Coprinus atramentarius on the metabolism of ethanol in mice. J Pharm Pharmac 21:176-179.
3. Coprinopsis atramentaria (Bull.) Redhead, Vigalys & Moncalvo - Common Inkcap. Document op first-nature.com.
4. Hatfield
GM, Schaumberg JP (1975) Isolation and structural studies of coprine,
the disulfiram-like constituent of Coprinus atramentarius. Lloydia
38:489-496.
5. Heleno SA, Ferreira ICFR, Ciric A, Glamoclija J, Martins A, Queiroz MJRP, Sokovic M (2014) Coprinopsis atramentaria
extract, its organic acids, and synthesized glucuronated and methylated
derivatives as antibacterial and antifungal agents. Food Funct
5:2521-2528.
6. Heleno SA, Ferreira ICFR, Calhelha RC, Esteves AP, Martins A, Queiroz MJRP (2014) Cytotoxicity of Coprinopsis atramentaria extract, organic acids and their synthesized methylated and glucuronate derivatives. Food Res Int 55:170-175.
7. Kolstee HJK (1945) Inktzwamvergiftiging. Ned Tijdschr Geneesk 89:271-272.
8.
Lindberg P, Bergman R, Wickberg B (1975) Isolation and structure of
coprine, a novel physiologically active cyclopropane derivative from
Coprinus atramentarius and its synthesis via 1-aminocyclopropanol. J C
S Chem Comm 1975:946-947.
9. Lindberg P, Bergman R, Wickberg B
(1977) Isolation and structure of coprine, the in vivo aldehyde
dehydrogenase inhibitor in Coprinus atramentarius: Synthesis of coprine
and related cyclopropanone derivatives. J C S Perkin Trans I(6):684-691.
10. Marchner
H and Tottmar O (1983) Studies in vitro on the inactivation of
mitochondrial rat-liver aldehyde dehydrogenase by the
alcohol-sensitizing compounds cyanamide, 1-aminocyclopropanol and
disulfiram. Biochem Pharmacol 32:2181–2188.
11. Michelot D (1992) Poisoning by Coprinus atramentarius. Nat Toxins 1:73-80.
12. Navarro González M (2008) Growth, fruiting body development and laccase production of selected Coprini. PhD Thesis, Georg August-Universität Göttingen, Germany.
13. Rockefeller A a.o. Coprinopsis atramentaria. Document op en.wikipedia.org.
14. Saiz-Jimenez C (1983) The chemical nature of the melanins from Coprinus spp. Soil Science 136:65-74.
15.
Tottmar O, Lindberg P (1977) Effects on rat liver acetaldehyde
dehydrogenases in vitro and in vivo by coprine, the disulfiram-like
constituent of Coprinus atramentarius. Acta Pharmacol Toxicol 40:476-481.
Terug naar de soortenlijst