Kegelmorielje (Morchella elata)
De kegelmorielje is een
zeldzame paddenstoel die in het voorjaar (april tot juni) in
boomgaarden, tuinen en parken (4) of in bossen (6) kan verschijnen, vaak op
plaatsen waar de grond is omgewoeld of waar versnipperde boomschors is
uitgestrooid (11). In zeldzame gevallen kunnen morieljes aanwezig zijn in andere seizoenen dan het voorjaar (5). Na een bosbrand kunnen de vruchtlichamen massaal te
voorschijn komen (1,3,7-11). De
paddenstoel is stikstofminnend en behoort tot de Ascomyceten. Hoewel kegelmorieljes te boek staan als saprotroof, dat wil
zeggen als zwammen die leven van de afbraak van dood organisch materiaal, kan de
paddenstoel ook een bijzondere vorm van ectomycorrhiza aangaan met allerlei boomsoorten, zoals
de fijnspar (Picea abies) (2), bepaalde mediterrane eiken (Quercus
calliprinos) (6), en wellicht ook de wilde en de gekweekte appel (Malus sylvestris) (13).
Kegelmorieljes
kunnen 15 cm (een enkele keer zelfs 30 cm) hoog worden en bestaan uit een
steel met daarop een hoed. Het oppervlak van die hoed is door ribben in min of
meer rechthoekige blaasvormige holten (alveolen) verdeeld . De verticale ribben verlopen in tamelijk evenwijdige
kolommen. Ze zijn wat hoger dan de dwarsribben. Zowel de steel als de hoed zijn
hol. De steel is witachtig tot lichtbruin van kleur; het steeloppervlak heeft
groeven en rimpels.
Naam
De soortnaam elata betekent "hoog" of
"verheven". De genusnaam Morchella
is afgeleid van het Duitse woord Morchel, dat "morielje" betekent. In
Engeland wordt de paddenstoel "black morel" genoemd, vanwege de
donkere kleur van oudere exemplaren (10). Morchella
conica is een synoniem van Morchella
elata.
Eetbaarheid/nut
Kegelmorieljes zijn
bijzonder smakelijk en uitstekend eetbaar, maar alleen na grondige verhitting.
De paddenstoel is in Nederland echter veel te zeldzaam om hem voor consumptie te
verzamelen. Het eten van kegelmorieljes kan bovendien aanleiding geven tot een
allergische reactie (12). Er zijn pogingen gedaan om morieljes voor menselijke
consumptie te kweken, maar de opbrengsten waren teleurstellend
(11,13).
Waar gevonden
Tot
nu toe hebben we maar één
keer één kegelmorielje in Zuidhorn aangetroffen: in 2012, op de
parkeerplaats bij het voormalige zwembad De Waterborgh. De paddenstoel
was helaas beschadigd en groeide door het steenslag van het
plaveisel heen, bij een trottoirband (zie
foto's). Sindsdien houden we die plek in de gaten, maar in de volgende
jaren is de soort er niet opnieuw verschenen. De vindplaats ziet er
onooglijk uit, maar is toch interessant want in de rozenperkjes die de
parkeerplaatsen omgeven staat in de herfst de gegordelde gordijnzwam (Cortinarius trivialis) en in de zomer
de breedbladige wespenorchis (Epipactis
helleborine). Omdat de perkjes worden beschaduwd door abelen, verschijnt de populiermelkzwam (Lactarius controversus) er ook altijd
in groten getale, naast krulzomen (Paxillus involutus)
en andere mycorrhiza-paddenstoelen.
Literatuur
1. Bond ML, Siegel RB, Hutto RJ,
Saab VA, Shunk SA (2012) A new forest fire paradigm: The need for high-severity
fires. The Wildlife Professional, Winter issue, 46-49.
2. Buscot F (1994)
Ectomycorrhizal types and endobacteria associated with ectomycorrhizas of Morchella elata (Fr.) Boudier with Picea abies (L.) Karst. Mycorrhiza
4:223-232.
3. Duchesne I, Weber M (1993)
High incidence of the edible morel Morchella
conica in a jack pine, Pinus
banksiana, forest following prescribed burning. Canadian Field Naturalist
107:114-116.
4. Genevier MG (1878) Notice sur le
Morchella elata Fries. Bull Soc Bot
France 25:159-162.
5. Goldway M, Amir R, Goldberg
D, Hadar Y, Levanon D (2000) Morchella
conica exhibiting a long fruiting season. Mycol Res 104:1000-1004.
6. Graebner H u.Ä.
Spitz-Morchel. Webdocument op de.wikipedia.org.
7. Karadzic D, Milanovic S,
Milijasevic T, Milenkovic M (2010) The occurrence of parasitic and saprophytic
fungi after forest fires. Proc.Serbian Forestry Congress, Belgrade:1735-1741.
8. Keefer NE (2005) The ecology
and economy of morels in British Columbia's East Kootenay. M.Sc. Thesis, Royal
Roads University.
9. Masaphy S (2011) Diversity of
fruiting patterns of wild black morel mushroom. Proceedings of the 7th
International Conference on Mushroom Biology and Mushroom Products, 165-169.
10. Morchella elata Fr. – Black Morel. Webdocument op
www.first-nature.com.
11. Pegler DN (2003) Useful
fungi of the world: morels and truffels. Mycologist 17:174-175.
12. Werner PG a.o. Morchella elata. Webdocument op en.wikipedia.org.
13. Winder RS (2006) Cultural
studies of Morchella elata. Mycol Res
110:612-623.
Terug naar de soortenlijst