Kegelzwam (Strobilurus spec.)
Bovenaanzicht kegelzwammenKegelzwam onderKegelzwam zijaanzichtStukje van de groeiplaats
Kegelzwammen zijn kleine paddenstoelen  (hoeddiameter maximaal 3 cm). Hun mycelium leeft saprotroof, door afgevallen kegels van sparren of  dennen af te breken. De kegels kunnen aan de oppervlakte liggen of in de grond zijn begraven. Er bestaan meerdere soorten kegelzwammen, maar omdat we de bovenstaande paddenstoeltjes aantroffen onder fijnsparren (en er geen andere naaldbomen in de buurt waren) gaat het waarschijnlijk om de sparrenkegelzwam (Strobilurus esculentus). Deze soort komt voor bij fijnsparren (Picea abies) (12) en bij de Sitka spar (Picea sitchensis) (1). De hoed is aanvankelijk halfbolvormig, later meer afgeplat en heeft dan soms een centrale papil of bij andere exemplaren juist een ingedeukt centrum. Hij is kastanjebruin, grijsbruin of geelbruin van kleur, met grijze tinten, en op donkere groeiplaatsen soms tamelijk bleek. De plaatjes aan de onderzijde zijn wit of bleekgrijs en vrijstaand of uitgebocht aangehecht. De steel van de paddenstoel is hol, op doorsnee rond, bovenaan wit en onderaan meer geelachtig of okerkleurig. Daar is hij ook dunner dan aan de bovenkant (2). De steel is opvallend stevig en elastisch. De paddenstoel is op dit moment alleen bekend uit Europa en Azië, maar niet uit Noord Amerika (7,10,11).

Naam
De genusnaam Strobilurus betekent "bij sparrenkegels behorend", de soortnaam esculentus "eetbaar" (3). Agaricus esculentus, Collybia esculenta, Marasmius esculentus, Marasmius conigenus ssp. esculentus, Marasmius tenacellus ssp. esculentus, Pseudohiatula esculenta en Pseudohiatula conagena ssp. esculenta zijn synoniemen van Strobilurus esculentus (2,10,11).

Eetbaarheid/nut
De sparrenkegelzwam is eetbaar (vooral de hoeden, want de stelen zijn gummi-achtig). Maar het is meestal niet mogelijk om er een redelijke hoeveelheid van te verzamelen. Ook kan de paddenstoel verwisseld worden met de  dennenkegelzwam (Strobilurus stephanocystis) die erg bitter smaakt. Uit de dennekegelzwam zijn strobilurines geïsoleerd, dat zijn stoffen die als natuurlijke bestrijdingsmiddelen van schimmels kunnen worden ingezet om cultuurplanten te beschermen (5,6)

Waar gevonden
Wij hebben kegelzwammetjes in behoorlijk groot aantal gevonden in de grazige zuidberm van het Bospad in Zuidhorn, die werd beschaduwd door fijnsparren. De paddenstoeltjes groeiden er op begraven sparrenkegels. Hoewel de paddenstoel meestal in het voorjaar wordt gevonden (4,5,8,12), troffen wij hem aan in november. Duitse en Franse websites vermelden ook, dat het mogelijk is om hem in het najaar (vanaf oktober) te vinden (7,9,13). In het najaar van 2023 kreeg de villa bij de hoek van De Gast en het Bospad een nieuwe eigenaar en werden alle fijnsparren op het terrein van de villa gerooid. Kegelzwammen zullen in de toekomst dus niet meer in de berm van het Bospad verschijnen.

Literatuur
1. Alexander I, Watling R (1987) Macrofungi of Sitka spruce in Scotland. Proc R Soc Edinburgh 93B:107-115.
2. Bas C, Kuyper TW, Noordeloos ME, Vellinga EC, Van Crevel R, van Os J (1999) Strobilurus esculentus (Wulf.: Fr.) Singer. In: Flora Agaricina Neerlandica, Vol.4, p.179. Rotterdam: A.A.Balkema.
3. Bernoux JY (2008) Strobilurus esculentus (Wulf.: Fr.) Singer - Collybie comestible.  Document op www.champyves.fr.
4. Chinan VC, Manzu C (2014) Macrofungal diversity of a peat bog from Dorna depression (Eastern Carpathians, Romania). Analele Ştiinţifice ale Universităţii „Al. I. Cuza” Iaşi s. II a. Biologie vegetală 60: 43-52.
5. Fichtenzapfen-Nagelschwamm Strobilurus  esculentus. Document op tintling.com.
6. Fichtenzapfen-Rübling. Document op www.123pilze.de.
7. Fichtenzapfen-Rübling. Document op de.wikipedia.org.
8. Halbwachs H (2007) Fruchtkörperbildung bei saprotrophen und Mykorrhizapilzen: Ein Beitrag zur Ökologie von Großpilzen in einem Kiefenforst der Rhein-Main-Ebene. Z Mykol 73:145-201.
9. Moser F. Fichtenzapfen-Rübling. Document op www.naturlexicon.com.
10. Redhead SA (1974) Cone-dwelling fleshy Basidiomycetes from British Columbia. M.Sc. thesis, Department of Botany, University of British Columbia, Vancouver.
11. Redhead SA (1980) The genus Strobilurus (Agaricales) in Canada with notes on extralimital species. Can J Bot 58:68-83.
12. Strobilurus esculentus.  Document op www.fichasmicologicas.com.
13. Tanchaud P (2016) Strobilurus esculentus (Wulf.: Fr.) Singer. Webdocument op www.mycocharentes.fr.

Terug naar de soortenlijst