Paarssteelschijnridderzwam (Lepista saeva)
BovenaanzichtZijaanzichtSteel detailOnderkant
Paarssteelschijnridders zijn stikstofminnende paddenstoelen die houden van kalkrijk grasland (6) en daarom op vloedmerken in kwelders  kunnen verschijnen (3,9,10), maar ook in broekbossen (2). Het mycelium van deze soort leeft van de afbraak van dood plantaardig materiaal (5). De vruchtlichamen verschijnen meestal in groepjes of in heksenkringen (5,7). De hoed van de paddenstoel kan een doorsnee van wel 15 centimeter hebben (1) en hij is grijsbruin tot beige van kleur (6). In de Provinciale Zeeuwse Courant (PZC) werd de paarssteelschijnridderzwam eens omschreven als "een grote plaatjeszwam met een vettige, bruine hoed en een korte, buikige, dieppaarse steel" (4). Onze paddenstoelen hadden echter geen dieppaarse, maar een grijswitte of bleekbruine steel met vleugjes paars (1). Dat kan veroorzaakt zijn door het feit dat wij oude, volgroeide exemplaren hebben gezien (5). Het oppervlak van de steel is ruw vezelig. De plaatjes aan de onderzijde van de hoed staan dicht opeen en zijn cremekleurig of lichtbruin, soms ook een beetje roze of lila (5,8).

Naam
De genusnaam Lepista is afkomstig uit het Latijn en betekent "wijnkelk" of "bokaal". Oude exemplaren kunnen aan de bovenzijde hol worden en op een breed wijnglas gaan lijken. De soortnaam saeva betekent "wilde" (5,6). Clitocybe saeva, Agaricus personatus, Agaricus anserinus, Tricholoma personatum, Tricholoma saevum, Rhodopaxillus saevus, Melanoleuca rudericola, Tricholoma rudericola, en Rhodopaxillus personatus zijn synoniemen van Lepista saeva (1,6). 

Eetbaarheid/nut
Paarssteelschijnridders schijnen eetbaar te zijn (4,5), maar vanwege allergische reacties wordt de paddenstoel niet door iedereen goed verdragen (5). Hij moet nooit rauw maar alleen in gekookte of gebakken toestand worden gegeten (5).

Waar gevonden
Wij hebben paarssteelschijnridderzwammen gevonden in de noordwestpunt van het Smitpark, waar een  wandelpad dat van het zuiden naar het noorden loopt uitkomt op een pad dat in oost-west richting loopt van de sporthal naar de Poon. De paddenstoelen stonden op een omgewoeld, vochtig, door bomen beschaduwd stukje grond, te midden van koeienvlaaien die waren achtergelaten door Schotse hooglanders. Volgens de PZC is het een paddenstoel van de vroege winter, maar wij vonden hem al op 8 oktober.

Literatuur
1. Bigelow HE, Smith AH (1969)  The Status of Lepista-A New Section of Clitocybe. Brittonia 21:144-177.
2. Bujakiewicz A (2010) On some agarics occurring in carr forests. Acta Mycol 45:73-89.
3. Ecomare (2015) Op zoek naar wadpaddenstoelen. Document op www.naturetoday.com.
4. Jacobusse C  (2008) Winterse paddenstoelen. Provinciale Zeeuwse Courant, Zaterdag 19 januari, 21.
5. Lepista personata. Document op en.wikipedia.org.
6. Lepista saeva (Fr.) P. D. Orton - Field Blewit. Document op www.first-nature.com.
7. Lilastieliger Rötelritterling, Maskierter Ritterling, Maskierter Rötelritterling, Fleischbräunlicher Rötelritterling. Document op www.123pilze.de.
8. Paarssteelschijnridderzwam. Document op nl.wikipedia.org.
9. Paddenstoelen op kwelders. Document op www.waddenzeeschool.nl.
10. Tanchaud P (2016) Lepista saeva (Fr.) P. D. Orton. Document op www.mycocharentes.fr.

Terug naar de soortenlijst