Parelamaniet (Amanita rubescens)

Parelamanieten BoltslaanParelamanieten HanckemalaanParelamanieten Cort.van der LindenstraatParelamaniet Boslaan

De parelamaniet is een ectomycorrhiza-partner van allerlei boomsoorten (vooral eik, beuk, spar, den en lariks). Hij geeft de voorkeur aan oudere bomen boven jonge aanplant (9), hoewel hij bij jonge dennen kan groeien (10) en bij teruglopende vitaliteit van oude bomen minder vaak verschijnt (5). De soort is algemeen in loof- en naaldbos, boomrijke lanen, parken, en tuinen. Het uiterlijk van het vruchtlichaam is variabel, en zowel afhankelijk van de standplaats als de weersgesteldheid. De bovenzijde van de hoed kan vleeskleurig, maar ook geelbruin, grijsgeel, of grijs-wit zijn. Hij is bedekt met grijswitte of grijsrode velumresten. Zowel de hoed als de steel ontwikkelen bij veroudering, druk of beschadiging roodachtige of roodbruine vlekken. Ook de witte plaatjes aan de onderkant kunnen zulke vlekken vertonen. De steel van de volgroeide paddenstoel is voorzien van een dunne, hangende, fijn gestreepte ring of manchet, en loopt aan de onderzijde geleidelijk uit in een verdikte knol. In een Deens onderzoek werd nagegaan in hoeverre het mycelium van de parelamaniet (en andere paddenstoelen) zich als losse hyfen in de bosgrond bevond of in de nabijheid van boomwortels (4). In dat onderzoek bleek dat het mycelium van boleten dikwijls (veel) meer als losse hyfen dan als wortelpartner aanwezig is. Bij de parelamaniet is het omgekeerde het geval.

Naam
Amanita is een oud woord voor paddenstoel. De soortsnaam rubescens betekent "rood wordend" of "roodachtig". Dit heeft betrekking op de neiging van de zwam om bij druk of beschadiging rood te verkleuren. In Engeland wordt hij daarom aangeduid als "Blusher" (1,3). 

Eetbaarheid/nut
Parelamanieten bevatten gifstoffen die bloedarmoede kunnen veroorzaken en lever- en nierfuncties kunnen blokkeren (2,6,8). Door koken worden deze onschadelijk gemaakt. Van de paddenstoel wordt beweerd dat hij in rauwe toestand giftig, maar in gekookte toestand eetbaar is. Het eten van parelamanieten moet echter worden afgeraden, daar er een groot risico van verwisseling met de panteramaniet bestaat (3,7). Panteramanieten bevatten hoge concentraties muscarine die dodelijk kunnen zijn.

Waar gevonden
Parelamanieten verschijnen in Zuidhorn dikwijls in groot aantal, vanaf de vroege zomer tot aan het eind van de herfst (juni tot november). We hebben de soort o.a. aangetroffen langs de Verlengde Hanckemalaan, Gast, Boltslaan, Boslaan en Cort.van der Lindenstraat. In onze eigen voortuin (aan de Boslaan) staat de paddenstoel dikwijls onder een hulsthaag, in de buurt van zomereiken.

Literatuur
1. Amanita rubescens Pers. - Blusher. Document op first-nature.com.
2. Ford WW (1907) On the presence of hemolytic substances in edible fungi. J Infect Dis 4:434-439.
3 . Hunter AJ a.o. Blusher.
Document op en.wikpedia.org.
4. Kjøller R (2006) Disproportionate abundance between ectomycorrhizal root tips and their associated mycelia. FEMS Microbiol Ecol 58:214–224.
5. Kovacs G, Pausch M, Urban A (2000) Diversity of ectomycorrhizal morphotypes and oak decline. Phyton 40:109-116.
6. Odenthal KP, Seeger R, Braatz R, Petzinger E, Moshaf H, Schmitz-Dräger C (1982) Damage in vitro to various organs and tissues by rubescenslysin from the edible mushroom Amanita rubescens. Toxicon 20:765-781.
7. Parelamaniet. Document op nl.wikipedia.org.
8. Seeger R, Odenthal KP, Mengs U (1981) Toxic effects in mouse and rat of rubescenslysin from Amanita rubescens. Toxicon 19:409-417.
9. Stember F u.Ä. Perlpilz. Document op de.wikipedia.org.
10. Termorshuizen AJ (1991) Succession of mycorrhizal fungi in stands of Pinus sylvestris in the Netherlands. Journal of Vegetation Science 2:555-564.

Terug naar de soortenlijst