Plooivlieswaaiertje (Plicaturopsis crispa)
Plooivlieswaaiertje onderaanzichtPlooivlieswaaiertje zijaanzichtPlooivlieswaaiertje close-up
Het plooivlieswaaiertje is een saprotroof levend paddenstoeltje (diameter 1 à 2, maximaal 4 centimeter), dat groeit op dode stammen en takken van loofbomen (vooral beuk, hazelaar, eik, berk, wilg en els) in bossen en parken op voedselrijke vochtige bodem (4). Volgens Duitse webpublicaties kan het in zeldzame gevallen zelfs op naaldhout overspringen (5,14). De kleine vruchtlichamen groeien dicht opeen en dikwijls dakpansgewijs boven elkaar. Heel kenmerkend is de onderkant waar zich geen gewone plaatjes, maar vuilwitte gerimpelde plooien bevinden die onderling verbonden zijn. De hoedrand is gekerfd en ingerold. De bovenzijde van de hoed is viltig en witachtig tot okerbruin of roodbruin. In vochtige toestand zijn de vruchtlichamen zacht en buigzaam, maar bij uitdrogen worden ze hard en bros (10,14). Het plooivlieswaaiertje is een soort die zich in recente tijd in Nederland heeft gevestigd en binnen enkele tientallen jaren explosief heeft uitgebreid. De paddenstoel werd pas in 1989 voor het eerst in ons land aangetroffen. In het "Overzicht van de Paddenstoelen in Nederland" dat in 1995 verscheen staat hij nog te boek als "zeer zeldzaam". Maar momenteel is hij in bijna heel het land te vinden (12), en hij is zelfs tot Finland en Zuid Zweden doorgedrongen (7). Men vermoedt dat deze invasie het gevolg is van de klimaatverandering (want het plooivlieswaaiertje rukte op vanuit het zuiden, 5), maar deze verklaring is omstreden (8,16). Plooivlieswaaiertjes worden beschouwd als primitieve plaatjeszwammen (13). Volgens moleculair biologen zijn ze verwant met de knotszwammen (15). Plooivloetwaaiertjes kunnen zowel op afgestorven takken aan een levende boom als op afgevallen dode takken verschijnen, en ook op liggende boomstammen en dode stobben (14). Maar volgens een oecologisch onderzoek uit Midden Europa komen ze op dunne takken het meest voor (6). De paddenstoeltjes kunnen het ene jaar talrijk zijn, en in een ander jaar geheel ontbreken (11).

Naam

Plicatura crispa, Trogia crispa, Merulius crispa, Cantharellus crispus, en Plicatura faginea zijn synoniemen van Plicaturopsis crispa (3,9,10,16). De soortnaam crispa betekent "gekroesd". De genusnaam Plicaturopsis is afgeleid van het woord plica, dat "vouw" of "plooi" betekent. Het plooivlieswaaiertje is vanwege zijn unieke voorkomen bijna niet met andere paddenstoelen te verwisselen. Oorzwammetjes (Crepidotus spec.) hebben geen witte sporen (zoals het plooivlieswaaiertje), maar vleeskleurige of bruine en echte plaatjes aan de onderkant. Het waaiertje (Schizophyllum commune) heeft wel witte sporen, maar mist de okerbruine of roodbruine tinten aan de bovenkant (2).

Eetbaarheid

Vanwege zijn kleine afmetingen en taaie consistentie is het plooivlieswaaiertje niet eetbaar (1,10,14).

Waar gevonden


Wij hebben eens een groot aantal vruchtlichamen van het plooivlieswaaiertje aangetroffen op een dunne, afgevallen tak van een loofboom in de zuidwestpunt van het Joh.Smitpark.

Literatuur

1. Bernoux JY (2006) Plicaturopsis crispa (Pers.:Fr.) D.A. Reid 1964. Webdocument op www.champyves.fr.
2. Calvo Pérez J. Plicaturopsis crispa (Pers.) D.A.Reid. Webdocument op www.fungipedia.org.
3. Emberger G (2008) Plicaturopsis crispa. Webdocument op www.messiah.edu/oakes/fungi_on_wood.
4. Krauser Adernzähling Plicaturopsis crispa. Webdocument op tintling.com.
5. Krauser Adernzähling, Buchen-Adernzähling - Plicatura crispa (Pers. 1794: Fr. 1821) Rea 1922. Webdocument op www.natur-in-nrw.de.
6. Küffer N, Gillet F, Senn-Irlet B, Job D, Aragno M (2008) Ecological determinants of fungal diversity on dead wood in European forests. Fungal Diversity 30:83-95.
7. Kunttu P, Kulju M, Kotiranta H (2015) Contributions to the Finnish aphyllophoroid funga (Basidiomycota): new and rare species. Czech Mycology 67:137-156.
8. Oud M (2015) Ongekende opmars plooivlieswaaiertje mysterie. Webdocument op www.naturetoday.com.
9. Plicatura crispa. Webdocument op sites.google.com/site/scottishfungi.

10. Plicature crispée. Webdocument op mycorance.free.fr/valchamp.
11. Plicaturopsis crispa. Webdocument op www.fichasmicologicas.com.
12. Plooivlieswaaiertje. Webdocument op www.natuurkalender.nl.
13. Plooivlieswaaiertje Plicatura crispa (Pers.: Fr.) Rea. Webdocument op www.mycologia.be.
14. Studt O u.Ä. Krauser Adernzähling. Webdocument op de.wikipedia.org.
15. Vellinga EC (2008) Het lot van de ridderzwammenfamilie in het moleculaire tijdperk. Coolia 51:77-81.
16. Wojewoda W, Karasinski D (2010) Invasive macrofungi (Ascomycota and Basidiomycota) in Poland. Biological Invasions in Poland 1:7-21.

Terug naar de soortenlijst