De roodbruine slanke amaniet is een ectomycorrhiza-partner van allerlei bomen (vooral eiken, beuken, berken, dennen en sparren). Hij duikt dikwijls op langs wandelpaden in bosachtig gebied (5). Sporen van deze amaniet kiemen beter wanneer er wortels van berken in de buurt zijn (1). In lanen die met eiken zijn beplant komt de soort pas voor wanneer de bomen een hoge leeftijd hebben bereikt, van 50 jaar of ouder (6). In Midden Europa wordt de paddenstoel verbazingwekkend genoeg ook dikwijls aangetroffen op drijvende eilandjes van veenmos (13).
Bij de roodbruine slanke
amaniet ontbreken velumresten meestal (de paddenstoel heeft in tegenstelling
tot andere amanieten geen "witte stippen" aan de bovenkant). De
volgroeide hoed is roodbruin of taankleurig, 5 tot 8 centimeter in diameter,
glanzend en kleverig met een donkerder centrum en een bleke rand. In jonge toestand
is hij bolvormig om zich later uit te spreiden tot een min of meer vlakke (of
schotelvormig verdiepte) schijf met een umbo
(knobbel) in het midden. Aan de hoedrand zijn straalsgewijs verlopende
richeltjes te zien (2,5,9,10). De plaatjes aan de onderzijde zijn
wit en qua lengte variabel. De steel van de paddenstoel is lang in
vergelijking tot
de diameter van de hoed (10 tot 15 bij 1 tot 1,5 cm, vandaar de naam
"slanke amaniet"), wit of bleek bruingeel en dikwijls bekleed met
uiterst fijne vezeltjes. Hij is bovenaan dunner dan onder. Een ring
ontbreekt
maar aan de basis van de steel bevindt zich wel een zakvormige beurs
(zie foto
rechtsboven).
Naam
Amanita is een oude aanduiding van een paddenstoel. De soortnaam fulva betekent "roodbruin",
"voskleurig" of "taankleurig". In Noord Amerika komen
paddenstoelen voor die veel op Amanita fulva lijken, maar het is de vraag of die tot dezelfde soort behoren als de Europese exemplaren (7).
Volgens vele onderzoekers betreft het een andere soortgroep
(5,12).
Eetbaarheid/nut
In rauwe toestand is de
roodbruine slanke amaniet giftig. De paddenstoel bevat chemische stoffen die
rode bloedcellen kapotmaken (5). Door grondig verhitten worden deze vernietigd,
en in gekookte toestand zijn de vruchtlichamen daarom eetbaar (2,4,8,12). Vanwege de kans op
verwisseling met soorten die na verhitting giftig blijven is het echter
niet verstandig om slanke amanieten te eten. De zwam heeft bovendien weinig smaak,
en hij kan radionucliden ophopen, vooral radioaktief
caesium (3). Oude vruchtlichamen fungeren als voedselbron voor
fruitvliegjes. Bij de
parelamaniet (Amanita rubescens) is dit in nog veel sterkere mate het geval dan bij de roodbruine slanke amaniet (11).
Waar gevonden
Roodbruine
slanke amanieten
verschijnen (bijna) ieder jaar ten noorden van de Stationsweg (tussen
de
drievoudige bomenrij die bestaat uit moseiken, paardenkastanjes en
lindebomen). Ook langs de Gast vonden we de paddenstoel eens, bij
de hoek met de Hanckemalaan. Op wandelingen buiten Zuidhorn kwamen we
deze amaniet dikwijls tegen: in de provincie Groningen (Nienoord,
Leek; Jilt DIjksheide, Trimunt; Ter Borg bij Sellingen), in Friesland
(Rijsterbos bij Rijs, Ald Duerswald bij Wijnjewoude), in Drente
(Maatlanden bij Roden), in Overijsel (Springendal bij Hezinge,
Manderheide bij Mander) en in Noord Brabant (De Plateaux bij Bergeijk).
Literatuur
1. Ali NA, Jackson RM (1988)
Effects of plant roots and their exudates on germination of spores of
ectomycorrhizal fungi. Trans Br mycol Soc 91:253-260.
2. Amanita fulva (Schaeff.) Fr. - Tawny Grisette. Document
op first-nature.com.
3. Eckl P, Hofmann W, Türk R
(1986) Uptake of natural and man-made radionuclides by lichens and mushrooms. Radiat
Environ Biophys 25:43-54.
4. Falandysz J, Drewnowska M
(2015) Distribution of mercury in Amanita
fulva (Schaeff.) Secr. mushrooms: Accumulation, loss in cooking and dietary
intake. Ecotoxicol Environ Safety 115:49-54.
5. Graebner H u.Ä. Rotbrauner
Streifling. Document op de.wikipedia.org.
6. Keizer PJ, Arnolds E (1994)
Succession of ectomycorrhizal fungi in roadside verges planted with common oak
(Quercus robur L.) in Drenthe, the
Netherlands. Mycorrhiza 4:147-159.
7. Kuo M (2002) Amanita fulva. Document op mushroomexpert.com.
8. Pellicer-Gonzalez E,
Martinez-Carrera D, Sánchez M, Aliphat M, Estrada-Torres A (2002) Rural
management and marketing of wild edible mushrooms in Mexico. Proc IV Int Conf
Mushroom Biol Mushroom Products, Cuernavaca, Mexico, pp.433-443.
9.
Roodbruine slanke amaniet. Document op natuur-wereld.be.
10.
Roodbruine slanke amaniet - Amanita fulva. Document op kijkenindenatuur.nl.
11. Shorrocks B, Charlesworth P
(1980) The distribution and abundance of the British fungal-breeding Drosophila. Ecol Entomol 5:61-78.
12.
Van der Pijll E a.o. Amanita fulva. Document op en.wikipedia.org.
13.
Zöld-Balogh A, Dima B, Albert L, Babos M, Balogh M, Bratek Z (2008) Floating
island macromycetes from the Carpatho-Pannonian region in Europe. Sydowia
61:149-176.