Rupsendoder (Cordyceps militaris)
Rupsendoder HanckemalaanRupsendoder (achterkant)Rupsendoder detailRupsendoder na 2 weken
De rupsendoder is een Ascomyceet (zakjeszwam) die als parasiet leeft op de poppen van nachtvlinders, kevers of langpootmuggen (12). In de duinen betreft het dikwijls poppen van het bont grasuiltje Cerapteryx graminis (7), in Spanje ook poppen van de dennenprocessierups (Thaumetopoea pityocampa) (11). De rups van zo'n insect wordt geïnfecteerd, waarschijnlijk door het eten van met sporen besmette planten. Het dier verpopt zich in de grond. De paddenstoel groeit in en om de geïnfecteerde pop heen en doodt deze. De zwam vormt 2 tot 5 centimeter hoge, geeloranje tot knaloranje gekleurde, knotsvormige vruchtlichamen die (meestal in de herfst) uit de ondergrondse poppen opschieten (10). In feite gaat het hierbij niet om één enkel vruchtlichaam maar om een verzameling van individuele vruchtlichamen. Het oranjekleurige knotsje is aan de buitenzijde bedekt met een weefsellaag (het stroma) waarin de eigenlijke vruchtlichamen (peritheciën) verzonken zijn (2). Op de detailfoto's rechtsboven zijn die peritheciën als wratvormige knobbeltjes te zien. Het steunweefsel aan de binnenkant van de paddenstoel (het zogenaamde trama) is bleker van kleur dan het oppervlakkige stroma. Uit de peritheciën komen de sporen vrij die voor de verspreiding van de schimmel zorgen. Vruchtlichamen van de rupsendoder hebben een levensduur van enkele weken (7). Ruim twee weken later stond onze paddenstoel er inderdaad nog steeds, en de peritheciën waren duidelijker zichtbaar geworden (zie foto rechtsboven). De fel oranje knotsjes van de rupsendoder kunnen solitair of in groepjes van meerdere exemplaren op één pop verschijnen (11).

Naam

De genusnaam Cordyceps is afgeleid van het Griekse woord kordule, dat "knots", en het woord kephale, dat "hoofd" betekent (13). De soortnaam militaris betekent "gewapend (of versierd) als een soldaat". Blijkbaar deed het felgekleurde vruchtlichaam de naamgever denken aan een kwast of een pluim op een helm of een pet. Clavaria militaris en Torrubia militaris zijn synoniemen van Cordyceps militaris (10).

Eetbaarheid/nut

In de traditionele Chinese geneeskunde worden aan de zwam allerlei geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven. De paddenstoel bevat een bijzonder nucleoside, cordycepine, waarvan de structuur en de biosynthese opgehelderd zijn (5,8,9) en dat bacteriën kan doden. De ontstekings- en tumorgroei-remmende eigenschappen van rupsendoder-extracten worden veroorzaakt door de aanwezigheid van cordycepine en van bepaalde eiwitten en polysacchariden (3,4,6,12,14). Cordyceps militaris kan zowel op vaste voedingsbodems als in vloeibare media  worden gekweekt (12). Pogingen hiertoe werden al in de negentiende eeuw ondernomen (1), maar werden pas aan het begin van de een-en-twintigste eeuw met succes bekroond (12). De basenvolgorde van het volledige genoom van de rupsendoder is door moleculair biologen vastgesteld (15).

Waar gevonden

Volgens het "Overzicht van de Paddenstoelen in Nederland" (1995) komt de rupsendoder voor in "matig of niet bemeste graslanden, loof- of gemengde bossen en lanen op voedselarme, droge zand- of leembodem, vaak tussen Echt Haakmos (Rhytidiadelphus squarrosus)". Wij vonden de paddenstoel in de onbemeste, grazige noordberm van de Hanckemalaan, iets ten oosten van de afslag van de Fazantenlaan, op 12 december 2015, en inderdaad tussen haakmos. Om onbekende redenen kan de paddenstoel in opeenvolgende jaren op dezelfde plaats terugkeren (7). We zullen de vindplaats daarom  in de gaten blijven houden.

Literatuur


1. Atkinson GF (1894) Artificial cultures of an entomogenous fungus. Botanical Gazette 19:129-135.
2. Barthel D u.Ä. Puppen-Kernkeule. Webdocument op de.wikipedia.org.
3. Boomsluiter M (2015) Paddenstoel veelbelovend in strijd tegen kanker. Webdocument op www.naturetoday.com.
4. Das SK, Masuda M, Sakurai A, Sakakibara M (2010) Medicinal uses of the mushroom Cordyceps militaris: Current state and prospects. Fitoterapia 81:961-968.
5. Hanessian S, DeJongh DC, McCloskey JA (1966) Further evidence on the structure of cordycepin. Biochim Biophys Acta 117:480-482.
6. Holliday J, Cleaver M (2008) Medicinal value of the caterpillar fungi species of the genus Cordyceps (Fr.) Link (Ascomycetes). A Review. Int J Med Mushrooms 10:219-234.
7. Kooijman B (2014) Een waarneming die te denken geeft. Mededeling voor Waternet (Vrijwilligerswerk in de Amsterdamse Waterleiding Duinen).
8. Kredich NM, Guarino AJ (1960) An improved method of isolation and determination of cordycepin. Biochim Biophys Acta 41:361-363.
9. Kredich NM, Guarino AJ (1961) Studies on the biosynthesis of cordycepin. Biochim Biophys Acta 47:529-534.
10. Petch T (1938) British Hypocreales. Trans Br Mycol Soc 21:243-301.
11. Ribes MA, Cuesta J, Arconada E (2011) Algunos ascomiceticos interesantes de Castilla y León. Boletín Micológico de FAMCAL 6:123-134.
12. Shrestha B, Zhang W, Zhang Y, Liu X (2012) The medicinal fungus Cordyceps militaris: research and development. Mycol Progress 11:599-614.
13. Van der Pijll E a.o. Cordyceps. Webdocument op en.wikipedia.org.
14. Won SY, Park EH (2005) Anti-inflammatory and related pharmacological activities of cultured mycelia and fruiting bodies of Cordyceps militaris. Journal of Ethnopharmacology 96:555-561.
15. Zheng P, Xia Y, Xiao G, Xiong C, Hu X, Zhang Z, Zheng H, Huang Y, Zhou Y, Wang S, Zhao GP, Liu X, St Leger RJ, Wang C (2011) Genome sequence of the insect pathogenic fungus Cordyceps militaris, a valued traditional chinese medicine. Genome Biology 12:R116.

Terug naar de soortenlijst