Ruw heidestaartje (Cladonia scabriuscula)
TexelLauwersoogZevenhuizen
Het ruw heidestaartje is een tamelijk algemeen korstmos dat vooral voorkomt in de "grijze duinen" (met kruiden, mossen en korstmossen begroeide duinen achter de zeereep) (8) en in zandafgravingen, schrale bermen en schrale weilanden (4) in het oosten van ons land. Het primaire thallus van dit korstmos bestaat uit kleine grondschubben (< 3 mm) die van boven grijsgroen en van onder wit zijn. Deze grondschubben verdwijnen snel en zijn later doorgaans afwezig. De kenmerkende groeivorm van ruw heidestaartje bestaat uit rechtopstaande, struikvormige, vertakte, grijsgroene of bleekgroene podetiën die een ruw oppervlak hebben vanwege de aanwezigheid van korrelige soralen (vooral bij de top) (2) en papil- of schubvormige isidiën. Apotheciën ontbreken in ons land altijd (1,8). De soort houdt van vochtige lucht en van veel licht (1). De thalli van het ruw heidestaartje bevatten vrij veel carotenoïden (19.2 mg/g drooggewicht). In een Pools onderzoek is vastgesteld om welke verbindingen het gaat (3). De thalli bevatten ook alifatische koolwaterstoffen. n-Alkanen worden vooral gevormd bij droog weer en zijn minder aanwezig onder vochtige omstandigheden. De samenstelling van de alkenen is bij de geslachten Cladonia en Xanthoria sterk verschillend (6). De fotobiont in Cladonia scabriuscula is een alg uit het genus Trebouxia (5). Ruw heidestaartje komt op alle continenten van de wereld voor met Antarctica als enige uitzondering (8).

Naam
De genusnaam Cladonia is afgeleid van het Griekse woord klados, dat “spruit” betekent. De soortnaam scabriuscula is afgeleid van het Latijnse scabriusculum (verkleinwoord van scabrosus, wat hard en ruw betekent). Cladonia scabriuscula is dus een "enigszins ruwe spruit". Dit heeft betrekking op het grofkorrelige oppervlak van de podetiën, vooral aan de uiteinden, waarin het ruw heidestaartje zich van het gevorkt heidestaartje onderscheidt (9,10). Cenomyce scabriuscula is een synoniem van Cladonia scabriuscula (8). De naamgeving van soorten in het Cladonia furcata complex (waartoe Cladonia scabriuscula behoort) is omstreden, en fenotypische kenmerken zijn volgens sommige onderzoekers onvoldoende om de soorten te onderscheiden (7).

Waar gevonden
Wij hebben ruw heidestaartje gevonden in het Lauwersmeergebied (Ballastplaatbos, Gr.), op de Hoge Berg bij Den Burg (Texel, NH), en in enigszins verstoord, grazig terrein aan de westkant van het Dorpsbos in Zevenhuizen (Gr.).

Literatuur
1. Association Française de Lichénologie (2021) Cladonia scabriuscula (Delise) Nyl.= Cladonia furcata var. scabriuscula. Document op afl-lichenologie.fr.
2. Cladonia scabriuscula. Document op dorsetnature.co.uk.
3. Czeczuga B (1985) Carotenoids in representatives of the Cladoniaceae. Biochem Syst Ecol 13:83-88.
4. Eenshuistra P (2014) Korstmossen in de Meinweg. Natuurhistorisch Maandblad 103:154-159.
5. Gérault A. Cladonia scabriuscula (Del.) Leight. Document op lichensmaritimes.org.
6. Ikeda MA, Nakamura H, Sawada K (2018) Aliphatic hydrocarbons identified in lichen genus Cladonia and Xanthoria: Potential for their chemotaxonomic and environmental indicators. Res Org Geochem 34:15-28.
7. Pino-Bodas R, Burgaz AR, Martin MP, Ahti T, Stenroos S, Wedin M, Lumbsch HT (2015) The phenotypic features used for distinguishing species within the Cladonia furcata complex are highly homoplasious. Lichenologist 47:287-303.
8. Ruw heidestaartje. Document op nl.wikipedia.org.
9. Sanderson NA. Cladonia scabriuscula. Document op britishlichensociety.org.uk.
10. Simms MJ (2016) Cladonia scabriuscula (Delise) Nyl. Document op LichenIreland, habitas.org.uk/lichenireland.

Terug naar de soortenlijst