Straatchampignon (Agaricus bitorquis)
Straatchampignon zijaanzichtStraatchampignon ringStraatchampignon bovenzijdeStraatchampignon bij de Gast

Straatchampignons zijn algemeen voorkomende paddenstoelen, die op allerlei ruderale plaatsen kunnen verschijnen: langs wegen, in boomperkjes van stadsbomen en op plekken waar de bodem is omgewoeld.  Het mycelium van deze soort leeft van de afbraak van dood plantaardig materiaal. De hoed van straatchampignons heeft een witte basiskleur, maar vertoont dikwijls gelige of bruingele vlekken door de manier waarop hij uit de aarde komt: in uitgespreide toestand, met zand of modder er nog bovenop (zie de foto rechtsboven). Het hoedoppervlak kan met fijne schilfertjes of schubjes zijn bedekt. De plaatjes aan de onderzijde van de hoed staan dicht opeen. Ze zijn in jonge toestand bleekroze, maar worden spoedig roodbruin en uiteindelijk chocoladebruin bij het rijpen van de sporen. De hoed kan bij volgroeide exemplaren een doorsnee van 5 tot 12 centimeter krijgen. Hij wordt gedragen door een stevige steel (lengte 4 tot 11, dikte 2 tot 4 centimeter) die is voorzien van een vliezige, dubbele ring (1).

Naam
De genusnaam Agaricus is een oude aanduiding van een paddenstoel. De soortnaam bitorquis betekent: "met twee kragen". Deze heeft betrekking op de dubbele ring (1,6). Van de wetenschappelijke naam Agaricus bitorquis bestaan er veel synoniemen. Een overzicht van alle Latijnse namen van de paddenstoel is te vinden op een internetpagina van het Duitse tijdschrift Tintling (10). De Nederlandse naam straatchampignon (Engels: Pavement Mushroom, Duits: Stadt-Champignon, Frans: Agaric des trottoirs) houdt verband met het feit dat de paddenstoel dikwijls naast het plaveisel van een verharde weg uit de grond komt, en soms zelfs tussen de voegen van klinkers of tussen trottoirtegels kan opschieten (2).

Eetbaarheid/nut
Hoewel er van straatchampignons wordt beweerd dat ze smakelijk zijn (6), is het onverstandig om de paddenstoel voor de maaltijd te gebruiken. Omdat ze langs wegen en op vervuilde grond groeien kunnen de vruchtlichamen gifstoffen (o.a. lood) bevatten (2,6).Ook zijn ze bijna altijd door maden of slakken aangevreten. De straatchampignon kan wel door paddenstoelkwekers worden geteeld en als groente worden verkocht (3,7), dit gebeurt o.a. in Afrika (5) en in Oost Europa (8,9). De vruchtlichamen kunnen langer worden bewaard dan die van de gewone champignon (Agaricus bisporus), wat in een uitgestrekt en dunbevolkt land een voordeel kan zijn. Ook kunnen ze bij hogere temperaturen worden gekweekt en het mycelium is beter bestand tegen virusinfecties (6). Volgens een Deense publicatie mag men straatchampignons slechts in geringe hoeveelheden eten, omdat de paddenstoel agaritine bevat. Agaritine of ß-N-[gamma-glutamyl]-4(hydroxymethyl)phenylhydrazine is genotoxisch en mogelijk kankerverwekkend. In gekweekte straatchampignons zijn de niveaus van agaritine aanzienlijk lager dan in exemplaren die in de vrije natuur worden verzameld, dus bij de gekweekte exemplaren bestaat er weinig kans op vergiftiging (4,8,9).

Waar gevonden
In Zuidhorn hebben we straatchampignons aangetroffen op een karrenspoor van de gemeente langs de spoorbaan Groningen-Leeuwarden (ten noorden van het Heemskerkplein), op de hoek van Boltslaan en Gast, in beide bermen van de Gast, in een houtsingel bij de sportvelden, op het oude kerkhof aan de Jellemaweg, en in de berm van het Van Starkenborghkanaal ZZ bij de Riek Sennemabrug. Bij een wegversmalling van de Boslaan bij basisschool De Brug  (die inmiddels door de gemeente is verwijderd) groeide er eens een vruchtlichaam tussen de voegen van de klinkerweg. In de Agricolastraat en Tuinstraat in de stad Groningen groeiden er dikwijls straatchampignons in boomspiegels en mini-tuintjes bij woonhuizen.

Literatuur
1. Agaricus bitorquis (Quél.) Sacc. - Pavement Mushroom. Document op first-nature.com.
2. Barthel D, Krüger M, Graebner H u.Ä. Stadt-Champignon. Document op de.wikipedia.org.
3. Fritsche G (1976) Welche Möglichkeiten eröffnet der viersporige Champignon "Agaricus bitorquis (Quél.) Sacc." dem Züchter? Theor Appl Genetics  47:125-131.
4. Gry J, Andersson C (2014) Agaricus bitorquis (Quél.) Sacc. In: Mushrooms Traded as Food, Vol II sec.2. Nordic Council of Ministers, Copenhagen, p.53-55.
5. Kariaga MG (2005) Important factors in composting for production of high yields in button mushrooms and Agaricus bitorquis (Quél.) Saccardo. African Crop Science Conference Proceedings 7:1273-1277.
6. Milburn J, Rockefeller A a.o. Agaricus bitorquis. Document op en.wikipidia.org.
7. Raper CA (1976) Sexuality and life-cycle of the edible, wild Agaricus bitorquis. J Gen Microbiol 95:54-66.
8. Schulzová V, Hajslová J, Peroutka R, Gry J, Andersson HC (2002) Influence of storage and household processing on the agaritine content of the cultivated Agaricus mushroom. Food Additives and Contaminants 19:853-862.
9. Schulzová V, Hajslová J, Peroutka R, Hlavasek J, Gry J, Andersson HC (2009) Agaritine content of 53 Agaricus species collected from nature. Food Additives and Contaminants 26:82-93.
10. Stadt-Champignon, Asphalt-Egerling  Agaricus bitorquis. Document op tintling.com.

Terug naar de soortenlijst