Trompettakmos (Ramalina fastigiata)
Trompettakmos
Trompetttakmos is een grappig korstmos, dat eruit ziet als bundels van trompetjes met daar tussenin onregelmatig vertakte twijgjes van maximaal 5 cm lengte (8). Het is (nog) tamelijk algemeen maar heeft de neiging om zeldzamer te worden (2). Trompettakmos groeit op goedbelichte schors van vrijstaande bomen (eik, iep, populier, es, wilg, esdoorn, linde) en komt daarom nauwelijks voor in bossen (4,8,9). Apotheciën zijn bij dit korstmos vrijwel altijd aanwezig, zodra het thallus een bepaalde minimale grootte overschrijdt (2). Ze bevinden zich aan het eind van de takken, zijn wittig van kleur, 2 tot 5 mm in diameter (9) en kunnen een randje hebben. Ze zijn aanvankelijk hol, maar worden later vlak of bol van vorm (7). Het thallus van dit korstmos is grijs en bij nat weer groenachtig van kleur (9). Trompettakmos bevat plantenstoffen die de groei van de schimmel Candida albicans onderdrukken (3). Niet duidelijk is of deze stoffen door de normale schimmelpartner van het korstmos worden aangemaakt of door andere schimmels die in en op het korstmos aanwezig zijn (3). Het thallus bevat ook bacteriegroei remmende verbindingen (6). Trompettakmos is niet goed bestand tegen atmosferische vervuiling met metalen (zoals koper). In de omgeving van kopermijnen in Portugal ontbreekt de soort daarom totaal (1). Ook andere vormen van luchtvervuiling worden door trompettakmos niet goed verdragen (5). Het korstmos houdt echter wel van stikstof. De fotobiont in trompettakmos is een groene alg uit het genus Trebouxia (10).

Naam

De genusnaam Ramalina is afgeleid van het Latijnse ramale, dat “twijgen” of “takjes” betekent. De Latijnse soortnaam fastigiata betekent: “vertakt, met even hoog reikende takken, gelijk van lengte”.

Waar gevonden

Wij hebben trompettakmos gevonden op vrijstaande loofbomen langs een onverhard wandelpad door het boerenland, tussen Niekerk en Faan (Gr.). Het korstmos groeide vooral op de oost- of noordoostkant van de stammen.


Literatuur

1. Branquinhoa C, Catarinoa F, Brown DH, Pereira MJ, Soares A (1999) Improving the use of lichens as biomonitors of atmospheric metal pollution. The Science of the Total Environment 232:67- 77.
2. Honegger R, Zippler U (2007) Mating systems in representatives of Parmeliaceae, Ramalinaceae and Physciaceae (Lecanoromycetes, lichen-forming ascomycetes). Mycological Research 111: 424-432.
3. Lagarde A, Jargeat P, Roy M, Girardot M, Imbert C, Millot M, Mambu L (2018) Fungal communities associated with Evernia prunastri, Ramalina fastigiata and Pleurosticta acetabulum: Three epiphytic lichens potentially active against Candida biofilms. Microbiological Research 211:1-12.
4. Leppik E, Jüriado I (2008) Factors important for epiphytic lichen communities in wooded meadows of Estonia. Folia Cryptogamica Estonica 44:75-87.
5. Liiv S, Sander E (1998) Distribution of epiphytic lichens indicating air pollution in Estonia. Sauteria 9:289-296.
6. Moreira ASN, Braz-Filho R, Mussi-Dias V, Vieira IJC (2015) Chemistry and biological activity of Ramalina lichenized fungi. Molecules 20:8952-8987.
7. Ramalina fastigiata. Document op: Fungi and Lichens of Great Britain and Ireland, fungi.myspecies.info.
8. Ramalina fastigiata. Document op: Association Française de Lichénologie, www.afl-lichenologie.fr.
9. Trompettakmos. Document op nl.wikipedia.org.
10. Wagner R. Ramalina fastigiata. Document op www.lichenes.de.

Terug naar de soortenlijst