Tweekleurige vaalhoed (Hebeloma mesophaeum)
Vaalhoed bovenzijdeVaalhoed onderzijdeVaalhoeden langs De Gast
De tweekleurige vaalhoed is een algemeen voorkomende, in groepjes bijeen staande, kleine paddenstoel (doorsnee van de hoed maximaal 5 cm), die in hechte symbiose (ectomycorrhiza) leeft met verschillende boomsoorten (zomereik, fijnspar, grove den, berk, beuk, linde, hazelaar en kruipwilg) (5,6,11). Het is een typische begeleider van jonge bomen op voedselrijke grond (2,8,10). Hij werd zelfs eens aangetroffen in een pioniervegetatie van zaailingen van berken op oude muren! (12). De tweekleurige vaalhoed was één van de paddenstoelsoorten die zich binnen enkele jaren op het IJslandse eiland Surtsey wisten te vestigen nadat dit door vulkanische aktiviteit was ontstaan (4).  De hoed van de paddenstoel is aanvankelijk halfbol maar wordt spoedig vlak; hij heeft een bruin centrum en een cremekleurige rand. De plaatjes aan de onderzijde zijn "cappucino-kleurig" en uitgebocht aan de steel gehecht. Bij veroudering van de vruchtlichamen verandert de bleke koffiekleur in bruin. Op de witte tot bruinige steel van de paddenstoel kan op een afstand van ongeveer 1 cm beneden de hoed een vezelig ringetje zichtbaar zijn. Dat is een restant van het gordijn dat in jonge toestand van de vruchtlichamen de plaatjes heeft bedekt.  

Naam
De genusnaam Hebeloma betekent "(zacht)harige zoom", de soortnaam mesophaeum "met een donker midden". Dit heeft betrekking op het centrum van de hoed (14).
Ook de Nederlandse naam "tweekleurig" houdt hiermee verband: het centrum van de hoed is meestal donkerder van kleur dan de rand.  

Eetbaarheid/nut
In West Europa beschouwt men de tweekleurige vaalhoed als een oneetbare paddenstoel, vanwege zijn bittere smaak (3). De Britten noemen hem "veiled poisonpie" en achten hem dus zelfs giftig. Maar in Afrika (1) en Latijns-Amerika (7) rekent men hem tot de eetbare paddenstoelen. Mogelijk is het gehalte aan bitterstoffen op verschillende continenten niet gelijk. 
Enkele jaren geleden werd ontdekt dat de zeldzame odeurzwam (Squamanita odorata) als parasiet op de tweekleurige vaalhoed leeft (9,13).

Waar gevonden
Wij hebben tweekleurige vaalhoeden aangetroffen in bermen van De Gast, onder andere in de omgeving van de villa Arnichem (bij zomereiken), en in de zuidberm van de Patrijzenlaan.

Literatuur
1. Aremu MO, Basu SK, Gyar SD, Goyal A, Bhowmik PK, Datta Banik S (2009) Proximate composition and functional properties of mushroom flours from Ganoderma spp., Omphalotus olearius (DC.)
Sing. and Hebeloma mesophaeum (Pers.) Quél. used in Nasarawa State, Nigeria. Malaysian Journal of Nutrition 15:233-241.
2. Arnolds E, Douwes R, Somhorst I (2004) Mycologische avonturen in jonge sparrenbosjes op voormalige landbouwgrond. Coolia 47:56-64.
3. Dunkelscheibiger Fälbling. Document op de.wikipedia.org.
4. Eyjólfsdóttir GG (2009) Investigation of the fungi of Surtsey 2008. Surtsey Research 12:105-111.
5. Hacskaylo E, Bruchet G (1972) Hebelomas as mycorrhizal fungi. Bull Torrey Bot Club 99:17-20.
6. Ishida TA, Nara K, Tanaka M, Kinoshita A, Hogetsu T (2008) Germination and infectivity of ectomycorrhizal fungal spores in relation to their ecological traits during primary succession. New Phytol 180:491-500.
7. Martinez-Reyes M, Pérez-Moreno J, Villareal-Ruiz L, Ferrera-Cerrato R, Xoconostle-Cázares B, Vargas-Hernández J, Honrubia-Garcia M (2012) Crecimiento y contenido nutrimental de Pinus greggii Engelm. inoculado con el hongo comestible ectomicorrizico Hebeloma mesophaeum (Pers.) Quél. Revista Chapingo, Serie Ciencias Forestales y del Ambiente 18: 183-192.
8. Mason PA, Last FT, Pelham J, Ingleby K (1982) Ecology of some fungi associated with an ageing stand of birches (Betula pendula and B.pubescens). Forest Ecology and Management 4:19-39.
9. Mondiet N, Dubois MP, Selosse MA (2007) The enigmatic Squamanita odorata (Agaricales, Basidiomycota) is parasitic on Hebeloma mesophaeum. Mycol Res 112:599-602.
10. Ricek EW (1981) Die Pilzgesellschaften heranwachsender Fichtenbestände auf ehemaligen Wiesenflächen. Z Mykol 47:123-148.
11. Ritter G (1965) Phosphat-Transport zwischen Pinus silvestris L. und Fruchtkörpern von Hebeloma mesophaeum (Pers. ex Fr.) Quél. Z Allg Mikrobiol 5:274-283.
12. Trocha LK, Oleksyn J, Turzanska E, Rudawska M, Reich PB (2007) Living on the edge: Ecology of an incipient Betula-fungal community growing on brick walls. Trees 21:239-247.
13. Van der Vegte M (2010) De exclusieve odeurzwam gevonden bij Brummen. Document op www.natuurbericht.nl.
14. Veiled Poisonpie. Document op www.first-nature.com.

Terug naar de soortenlijst