De genusnaam Polyporus betekent
"met vele poriën", de
Latijnse soortnaam squamosus "schubbig". Dit laatste heeft betrekking
op de schubben aan de bovenkant van de hoed. (4).
In
jonge toestand is de zwam eetbaar, maar erg smakelijk is hij niet en
hij wordt al snel erg taai. Een Bulgaarse firma heeft ooit patent
verkregen op een kweekmethode voor het mycelium van de zadelzwam zodat
dit als voedingsmiddel kon worden gebruikt
(6). In de natuur fungeren vruchtlichamen van de zadelzwam als
voedselbron voor vele soorten
kevers (2,3,7). Volgens één onderzoek zijn 246 keversoorten in
meerdere of mindere mate van de paddenstoel afhankelijk.
We
hebben zadelzwammen in Zuidhorn op vele plaatsen aangetroffen, o.a.
in houtsingels rond de sportvelden, in houtsingels langs de
spoorbaan Groningen-Leeuwarden en in de bermen van de
Hanckemalaan. De drie foto's linksboven zijn gemaakt op 5
mei, 9 mei en 19 mei 2013, van één enkele dode stobbe. Ze geven een
indruk van de snelheid waarmee de
paddenstoel zich kan ontwikkelen. Binnen anderhalve week was het
hout totaal bedekt en niet langer te zien. De meest rechtse
foto toont een enkel vruchtlichaam op een populierenstobbe. De
paddenstoel was hier erg groot geworden, en vertoonde de typische
zadelvorm.
2. Klimaszewsky J, Peck SB (1987) Succession and
phenology of beetle faunas (Coleoptera) in the fungus Polyporus squamosus
(Huds.: Fr.) Karst. (Polyporaceae)
in Silesia, Poland. Can J Zool 65: 542-550.
3. Oude J
de (2007) Het voorkomen van glanskevers van de genera Cychramus, Pocadius en
Thalycra in Nederland (Coleoptera: Nitidulidae). Nederlandse Faunistische
Mededelingen 26:51-64.
4.
Polyporus squamosus (Huds.) Fr. - Dryad's Saddle. Document op
www.first-nature.com.
5.
Rockefeller A a.o. Polyporus squamosus. Document op en.wikipedia.org.
6. Torev AK (1980) Method for obtaining mycelium from
the genus Polyporus. US Patent 4,212,947.
7. Weiss HB, West E (1920) Fungous insects and their
hosts. Proc Biol Soc
Washington 33:1-20.