Zwartwordende wasplaat (Hygrocybe conica)

Wasplaat FanerwegWasplaat bovenzijdeWasplaat zij- en onderaanzichZwartgeworden wasplaten
Zwartwordende wasplaten duiken (nog?) vrij vaak op in beschaduwde, vochtige, grazige of bemoste, onbemeste wegbermen, dikwijls in gezelschap van gewoon struisgras (Agrostis capillaris). De kleur van de paddenstoel kan sterk uiteenlopen: van rood, oranje, of geel tot zwart (4,5). De hoed is meestal kegelvormig, maar kan zich bij oude exemplaren uitspreiden waarbij er een centrale bult (umbo) zichtbaar blijft. De plaatjes aan de onderkant van de hoed zijn nogal dik, en aanvankelijk bleek citroengeel, later meer oranje om uiteindelijk zwart te verkleuren. De steel is vezelig, gestreept, en wordt hol. Hij is citroengeel of oranjegeel met een witachtige basis en verkleurt bij veroudering ook in toenemende mate zwart (3). Wereldwijd is Hygrocybe conica de meest algemene wasplaatsoort, maar in Noord Nederland moet hij deze eer delen met het gewone vuurzwammetje (Hygrocybe  miniata) en het sneeuwzwammetje (Hygrocybe virginia). De paddenstoel komt voor op alle continenten, en gedijt in alle klimaatzones. In West Europa verkiest hij grasland, maar in Noord Amerika groeit hij vooral in bos.

Naam
De genusnaam Hygrocybe betekent "vochtig hoofd", de soortnaam conica "kegelvormig" (4). De naam "wasplaat" heeft betrekking op de aanblik van de plaatjes aan de onderzijde van de hoed, die doen denken aan stearine of was van een kaars. Hygrophorus conicus is een synoniem van Hygrocybe conica. Hygrocybe conica is mogelijk een complex van meerdere soorten.  In Nederland zijn verschillende vormen van de paddenstoel aangetroffen: f.conica  (met dunne steel), f.pseudoconica (forse afmetingen, dikke steel), f.conicopalustris (heel klein, dun steeltje) en f.chloroides  (citroen- tot groengeel, niet rood of oranje).  De foto's hierboven tonen de forma pseudoconica

Eetbaarheid/nut
De zwartwordende wasplaat veroorzaakt ingewandsstoornissen en is daarom niet eetbaar. Alle wasplaten hebben vanwege hun toenemende zeldzaamheid bovendien bescherming nodig. Het belangrijkste gele pigment in de paddenstoel is muscaflavine (1), waaruit rode en oranje kleurstoffen worden gevormd via conjugatie met verschillende aminozuren (6). Het zwart worden van de vruchtlichamen bij druk, kneuzing of veroudering berust op vorming van melanine uit L-DOPA via DOPA-quinon door het enzym tyrosinase (6-8). Farmacologen  zijn geïnteresseerd in lipase-remmers uit de zwam, die mogelijk als geneesmiddel voor de behandeling van vetzucht (obesitas) kunnen worden ingezet (2,9). 

Waar gevonden
Zwartwordende wasplaten verschenen de afgelopen jaren in natuurpark De Oeverlanden langs de Fanerweg, in het parkje ten oosten van Koekoeksbloem en Wederik, in de bermen van het zuideind van de Verlengde Hanckemalaan, in de berm van een wandelpad tussen de sportvelden, in de westberm van het noordelijkste stuk van de Heemskerkstraat, en in de grazige delen van het Waterpark ten noorden en westen van de Sloep. Dikwijls in behoorlijke aantallen.

Literatuur
1. Bresinsky A, Kronawitter I (1986) Zur Kenntnis der Hygrocybenpigmente. Z Mykol 52:321-334.
2. de la Garza AL, Milagro FI, Boque N, Campion J, Martinez JA (2011) Natural inhibitors of pancreatic lipase as new players in obesity treatment. Planta Medica 77:773-785.
3. Graebner H u.Ä. Kegeliger Saftling. Document op de.wikipedia.org.
4. Hygrocybe conica (Schaeff.) P. Kumm. - Blackening Waxcap. Document op www.first-nature.com.
5. Kuo M (2007) Hygrocybe conica: The Witch's Hat. Document op www.mushroomexpert.com.
6. Lodge DJ et al. (2014) Molecular phylogeny, morphology, pigment chemistry and ecology in Hygrophoraceae (Agaricales). Fungal Diversity 64:1-99.
7. Steglich W, Preuss R (1975) L-3,4-Dihydroxyphenylalanine from carpophores of Hygrocybe conica and Hygrocybe ovina. Phytochemistry 14:1119
8. Terradas F, Wyler H (1991) The secodopas, natural pigments in Hygrocybe conica and Amanita muscaria. Phytochemistry 30:3251-3253.
9. Yun JW (2010) Possible anti-obesity therapeutics from nature - A review. Phytochemistry 71:1625-1641.

Terug naar de soortenlijst