Zwerminktzwam (Coprinellus disseminatus)
Zwerminktzwammetjes verschijnen
dikwijls in groot aantal (soms met
honderden tegelijk) bij de voet van stobben of op
ondergrondse
halfvergane wortels, snippers en takken, in bossen, parken en
tuinen op vochtige, voedselrijke grond. In een Belgisch onderzoek
werden ze vooral op hout van populier, es en meidoorn aangetroffen (2).
De soort vestigt zich pas enkele jaren nadat het hout is
afgestorven; de zwamvlok kan daarbij eerdere afbrekers zoals de gele
korstzwam (Stereum hirsutum) verdringen (7). De hoed van zwerminktzwammen is in jonge
toestand bleek van kleur, maar wordt spoedig enigszins grijsbruin. Hij is voorzien van radiaal verlopende groeven.
Het hoedcentrum is donkerder dan de rand. De
paddenstoeltjes blijven klein (doorsnee maximaal ongeveer
2 cm), en zijn erg breekbaar. In tegenstelling tot andere
inktzwammen vervloeien ze niet tot inkt tijdens de rijping van de
sporen (4,6,10). De levensduur is erg kort, ongeveer één etmaal
(10). Hoewel de zwerminktzwam leeft van de afbraak van dood hout, bleek
in een Japans onderzoek dat het mycelium ook mycorrhiza kan vormen met
een plant uit de orchideeënfamilie (11-12). Algemene en bekende
schimmelsoorten kunnen dus soms voor verrassingen zorgen!
Naam
Coprinellus betekent "op Coprinus lijkend" en Coprinus "op mest". Dat laatste is op de zwerminktzwam niet van toepassing (1). De soortnaam disseminatus
betekent "uitgezaaid" of "verspreid"; dit heeft betrekking op het grote
aantal vruchtlichamen dat er op een klein gebied bijeen kan staan
(1,3). In oude boeken en artikelen wordt de zwerminktzwam "grijs
streepklokje" genoemd. Coprinus disseminatus, Psathyrella disseminata en Pseudocoprinellus disseminatus zijn synoniemen van Coprinellus disseminatus (8). Op het eerste gezicht kunnen zwerminktzwammetjes worden
verward met vruchtlichamen van de dwergfranjehoed (Psathyrella pygmaea),
maar een loupe brengt onmiddellijk uitkomst. In tegenstelling tot de
dwergfranjehoed heeft de zwerminktzwam afstaande haren op zijn hoed en
steel.
Eetbaarheid/nut
Zwerminktzwammen
zijn niet eetbaar. Volgens de Duitse mycoloog Ewald Gerhardt kunnen ze
vergiftigingsverschijnselen veroorzaken indien ze in combinatie met
alcohol worden genuttigd (zie onze pagina over de grote kale inktzwam).
Zwerminktzwammen bevatten plantenstoffen met
antitumor-eigenschappen (5). Het mycelium is in staat om giftige stoffen zoals dioxines af te breken (9).
Waar gevonden
Zwerminktzwammetjes
zijn in het najaar bijna overal te vinden. We hebben er veel
gezien rond het voormalige zwembad De Waterborgh,
in houtsingels tussen de sportvelden, en in de
berm van
het wandelpad dat loopt van de Verlengde Hanckemalaan naar de
Gaickingalaan, ten noorden van de Fanerweg.
Literatuur
1. Coprinellus disseminatus (Pers.) J.E. Lange - Fairy Inkcap. Document op first-nature.com.
2.
De Meulder H (2002) Onderzoek naar de successie van paddestoelen
op dood hout in het natuurreservaat Fort 7 te Wilrijk. Een evaluatie
van 13 jaar onderzoek (1990-2002). Antwerpse Koepel voor
Natuurstudie, Jaarboek 2002, p.69-80.
3. Emberger G (2008) Coprinellus disseminatus. Document op messiah.edu/Oakes/fungi_on_wood.
4. Gesäter Tintling. Document op de.wikipedia.org.
5. Han B, Toyomasu T, Shinozawa T (1999) Induction of apoptosis by Coprinus disseminatus mycelial culture broth extract in human cervical carcinoma cells. Cell Structure and Function 24:209-215.
6. Kuo M (2008) Coprinellus disseminatus. Document op mushroomexpert.com.
7.
Peiris D, Dunn WB, Brown M, Kell DB, Roy I, Hedger JN (2008) Metabolite
profiles of interacting mycelial fronts differ for pairings of the wood
decay basidiomycete fungus, Stereum hirsutum with its competitors Coprinus micaceus and Coprinus disseminatus. Metabolomics 4:52-62.
8. Redhead SA (2001) Bully for Coprinus: A story of manure, minutiae and molecules. Field Mycology 2:118-126.
9. Suhara H, Kamei I, Maekawa N, Kondo R (2011) Biotransformation of polychlorinated dibenzo-p-dioxin by Coprinellus species. Mycoscience 52:48-52.
10. Vandendriessche F. Zwerminktzwam Coprinus disseminatus (Pers.:Fr.) Gray. Document op mycologia.be.
11. Yagame T, Fukiharu T, Yamato M, Suzuki A, Iwase K (2008) Identification of a mycorrhizal fungus in Epipogium roseum (Orchidaceae) from morphological characteristics of basidiomata. Mycoscience 49:147-151.
12. Yagame T, Yamato M, Mii M, Suzuki A, Iwase K (2007) Developmental process of achlorophyllous orchid, Epipogium roseum: From seed germination to flowering under symbiotic cultivation with mycorrhizal fungus. J Plant Res 120:229-236.Terug naar de soortenlijst